Handelingsopdracht Grammatica Hoofdstuk 6 en 7 klas 2

Guten Tag
Wie geht es euch?
1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Guten Tag
Wie geht es euch?

Slide 1 - Diapositive

Bitte,  leg dein Buch und Heft vor dich auf den Tisch!

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen?


  • Logo schauen
  • Wiederholung Schwache Verben (ESTTENTEN-REGEL)
  • Wiederholung Voltooid deelwoord (Partizip II)

Slide 3 - Diapositive

Was lernen wir heute?


  • We herhalen hoe je een zwakke werkwoorden moet vervoegen in de Onvoltooid Tegenwoordige Tijd (OTT)
  • we herhalen hoe je een voltooid deelwoord maakt
  • je gaat hiermee oefenen

Slide 4 - Diapositive

zuerst.....les-/dagopening
ein Filmchen

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Lien

Das schwache Verb

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

3 soorten zwakke werkwoorden
1. "Normale" werkwoorden (wohnen)
2. Zwakke werkwoorden met stam op -d of -t (reden)
3. Zwakke werkwoorden met stam op -s of -ß (heißen)

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Präsens
Bekijk het filmpje voor een korte uitleg of kijk  naar de Powtoon van Frau Klever (klik op de tekst).
Cette vidéo n'est plus disponible

Slide 14 - Diapositive

ich
du
er/ sie /es/man
wir
ihr
Sie/ sie
wohne
wohnst
wohnt
wohnen
wohnt
wohnen

Slide 15 - Question de remorquage

Das Flugzeug _____ (landen) auf der Wiese.
A
land
B
landt
C
landet
D
landest

Slide 16 - Quiz

Du _____ (rechnen) immer mit dem Taschenrechner.
A
rechst
B
rechnst
C
rechnet
D
rechnest

Slide 17 - Quiz

Er _____ (warten) auf Whatsapp-Nachrichten.
A
warte
B
wartt
C
wartet
D
wart

Slide 18 - Quiz

Ihr _____ (parken) zuerst das Auto.
A
parkt
B
parket
C
parkiert
D
parkst

Slide 19 - Quiz

Du _____ (übersetzen) einen Text ins Deutsche.
A
übersetzt
B
übersetzst
C
übersetzet
D
übersetzest

Slide 20 - Quiz

Draußen _____ (regnen) es.
A
regnt
B
regent
C
regnet
D
regnest

Slide 21 - Quiz

Was ............... dein Hund den ganzen Tag?
Mein Bruder und seine Freundin ....... zum Tierpark.
Ich ....... Schafe!
Her Meyer, .............. Sie mit uns den Zoo?
macht
besuchen
laufen
liebe
sehen
fliegt

Slide 22 - Question de remorquage

Sein Vater _____ (arbeiten) als Musiker.
A
arbeitet
B
arbeitetet
C
arbeitete
D
arbeit

Slide 23 - Quiz

Het voltooid deelwoord
Partizip II

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Zwakke werkwoorden
  • voltooid deelwoord-> ge + stam + t   +  (vorm van haben, sein)
  • gewohnt
  • gespielt
  • eindigt altijd op -t !

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

werkwoorden met een stam op een -d of -t

Let op:
Hier krijg je een extra 'e'
dus:  ge + stam + et

arbeiten = ge arbeit et
reden = ge red et

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Dus: Regel voltooid deelw. = 

Ge-stam-t


Uitzonderingen:
1) eindigt de stam op -d/-t/ => extra 'e' achter de stam
ge + stam + et
2)eindigt een werkwoord op -ieren, dan is de regel :                    
stam + t
3) begint een werkwoord met ge/be/ver/, dan is de regel: stam + (e)t

Slide 31 - Diapositive

Voltooid deelwoord?
Wir gehen ins Restaurant, denn ich habe nicht ______(kochen)?

Slide 32 - Question ouverte

Voltooid deelwoord?
Es hat gestern viel ______(regnen)?

Slide 33 - Question ouverte

Voltooid deelwoord?
Wie lange hast du ______(warten)?

Slide 34 - Question ouverte

Voltooid deelwoord?
Ich habe gestern noch mit meiner Mutter _____ (telefonieren)

Slide 35 - Question ouverte

Voltooid deelwoord?
Ich habe gestern meine Großmutter ______(besuchen)

Slide 36 - Question ouverte

Voltooid deelwoord?
Wer hat das Essen eigentlich_____?(bezahlen = betalen)

Slide 37 - Question ouverte

Voltooid deelwoord?
Hast du dich schon____(melden)

Slide 38 - Question ouverte

Voltooid deelwoord?
Früher habe ich viel____(tanzen = dansen)

Slide 39 - Question ouverte

Hoe ver ben ik?
A
Ik snap alles
B
Ik snap het redelijk goed
C
Ik snap het een beetje
D
Ik snap het niet

Slide 40 - Quiz

An die Arbeit!
An die Arbeit:

Was:      Ga naar Oscarromerotalen op de laptop
                maak meerdere oefeningen
                7-10 t/m 7-18 (zwakke werkwoorden)
                7-19 t/m 7-25 (voltooid deelwoord)
Wie:       selbstständig
Hilfe:      Seiten 174 und 175
Zeit:        25 Minuten
Fertig?  begin met het leren van de woorden van Hfst 7!




Slide 41 - Diapositive

Heb ik de leerdoelen behaald?
  • Weet ik hoe ik zwakke werkwoorden moet vervoegen in de      Onvoltooid Tegenwoordige Tijd (OTT)?
  • Ben ik in staat om een voltooid deelwoord te vormen?
  • Heb ik goed geoefend?

Slide 42 - Diapositive

Huiswerk
HAUSAUFGABEN:


Bereid je goed voor op de toets Schrijfvaardigheid!!

Slide 43 - Diapositive

Tschüss!
Bis zum nächsten Mal!

Slide 44 - Diapositive

Guten Tag
Wie geht es euch?

Slide 45 - Diapositive

Bitte,  leg dein Buch und Heft vor dich auf den Tisch!

Slide 46 - Diapositive

Stunde 2

Die Prüfung Schriebfertigkeit

VIEL ERFOLG!!

Slide 47 - Diapositive

Tschüss!
Bis zum nächsten Mal!

Slide 48 - Diapositive