Onderzoek 2v - les 2 (25-09-23)

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Onderzoek 2v - les 2 (25-09-23)

Hoe goed klopt je antwoord na het luisteren van oefening 21 (dialoog 2)?
Aantal goede zinnen...

0 zinnen goed

1 zin goed

2 zinnen goed

3 zinnen goed

Hoe zeg je in het Frans...

1- waar stappen we uit?

2- je moet met een pinpas betalen?

Hoe zeg je in het Frans...
'welke lijn moeten we nemen?'

Welk woord past hier niet bij?

1. la carte bancaire
2. le distributeur automatique
3. le carrefour
4. la carte Navigo

Is het voor jou duidelijk geworden tijdens het luisteren waar de personen over vertellen?

ja, maar heel weinig

helemaal niet

ja, de groote lijnen

ik twijfel of ik het goed heb begrepen

ja, ik zou zelfs een paar details kunnen noemen over wat er gezegd werd

Waarover vertelde Delphine net?

1. cuisiner
2. manger
3. travailler
4. voyager

Wat vindt zij interessant bij dit onderwerp?
Geef woorden aan die je hebt begrepen (in het Frans/Nederlands)

Waarover vertelde het klein meisje net?

1. école
2. cadeaux
3. vacances
4. hobby

Met welk vervoermiddel gaat ze meestal met vakantie?

1. en bus
2. en avion
3. en voiture
4. en train

Waar verblijf ze daar?

1. maison
2. hôtel
3. appartement

Bij welk antwoord staat een volle zin?....
Tu pars en vacances?

1. non, pas en vacances.
2. oui, en vacances.
3. oui, je pars en vacances.
4. oui, à Ibiza.

Hoe antwoord je deze vraag met een volle zin?
.. Tu as un ticket?
Oui, .....

Wat is correct?

Vous avez une carte bancaire?
Oui, .........

1. elle a une carte bancaire
2. on a une carte bancaire
3. nous avons une carte bancaire
4. j'ai une carte bancaire

Hoe spreek je in het Frans iemand aan die je niet kent/die ouder is dan jou?

1. tu
2. vous
3. on

Standard woorden/uitdruikkingen/zinnen

hulp vragen -->

iets beleefd vragen -->

 iets moeten -->

 ergens naartoe willen (beleefd) -->

bedanken -->

reageren op  bedankt -->

• vous pouvez m'aider?
• s'il vous plait?
•  je dois, tu dois, vous devez + hele werkwoord bv payer (ik moet betalen/ il faut payer (+ hele werkwoord)
•  je voudrais aller / je prends le RER pour .....
•  merci, c'est très gentil
•  de rien! c'est avec plaisir! 

Wat zeg je als je iets niet begrijpt tijdens een gesprek?

Bedenk in het Nederlands een paar uitdrukkingen

Hoeveel vragen heb je zelf in het Frans goed kunnen stellen (op basis van de gegevens in het Nederlands + geleerde zinnen uit Appr. 6 + 7 + standard zinnen)?

geen

1-2 vragen

meer dan 2 vragen

Hoeveel vragen heb je begrepen en op de juiste manier kunnen beantwoorden tijdens het gesprek (op basis van de gegevens in het Nederlands + met een hele zin + juiste vorm van het werkwoord)?

geen

1-2 vragen

meer dan 2 vragen

Hoe vaak heb je gebruik gemaakt van gespreksstrategieën om het gesprek op gang te houden?

0 keer

1 keer

meer dan 1 keer

Wat heb je deze les geleerd?