Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
5.4 - Samenwerking
en democratie
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt uitleggen hoe de internationale samenwerking in Europa begon.
Je kunt uitleggen hoe de samenwerking werd uitgebreid.
Slide 2 - Diapositive
Na de Tweede Wereldoorlog lag Europa in puin. Veel landen wilden samenwerken...
...Om zo de economische ontwikkeling te bevorderen.
Slide 3 - Diapositive
Europese samenwerking
Gezamenlijk wordt deEconomische Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS 1952) opgericht.
De lidstaten hoeven geen invoerrechten op kolen en staal te betalen. DeEGKS is een economische samenwerking.
Vanwege het succes werd de EEG (Europese Economische Gemeenschap) opgericht. Alle handel werd vrij.
Slide 4 - Diapositive
Aantekeningen
Voor samenwerking werden landen in 1952 lid van de EGKS. Doel was geen invoerrechten op kolen en staal. Later werd dit EEG, alle handel tussen lidstaten werden vrij.
Vanaf 1993 werd dit de Europese Unie, grens controles werden afgeschaft en er kwam een centrale munt.
Leerdoel 1
Slide 5 - Diapositive
De Europese Unie
De landen van de Europese Gemeenschap willen eind jaren '80 nog meer gaan samenwerken.
Ze schaffen de onderlinge grenscontroles af.
Vanaf 1993 kregen de inwoners van de EU overal de dezelfde rechten.
In 2002 werd werd de euro ingevoerd.
Slide 6 - Diapositive
Het Europees Parlementbestaat uit 751 leden. Zij worden elke vijf jaar gekozen.
Het Parlement beslist over de wetsvoorstellen van de Europese Commissie.
Europese volksvertegenwoordiging.
De Europese Commissie bestaat uit 28 commissarissen.
Deze commissarissen kun je het beste vergelijken met onze ministers.
Elke lidstaat heeft een eigen vertegenwoordiger.
De Commissie stelt nieuwe wetten voor en zorgt dat wetten worden uitgevoerd.
Europese Commissie
Europees Parlement
Slide 7 - Diapositive
Europese Raad
Europese Raad komt vier keer per jaar bij elkaar.
Dit zijn de regeringsleiders van de lidstaten, ook deze samenstelling is dus wisselen.
Zij nemen de belangrijkste politieke besluiten.
Daarnaast stellen zijn richtlijnen op voor het beleid van de EU.
Slide 8 - Diapositive
Aantekeningen
De Europese Unie bestaat uit de Europese Commissie, dat is het dagelijkse bestuur.
Het Europees parlement is de volksvertegenwoordiging die de Europese Commissie controleert.
De belangrijkste besluiten worden genomen door de Europese Raad die bestaat uit regeringsleiders.
Leerdoel 2
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Vidéo
Met welke munten wordt in 2017 betaald in één of meerdere landen van de Europese Unie?
A
Pond (£) en Euro (€)
B
Gulden en Euro (€)
C
Euro (€)
D
Gulden (ƒ)
Slide 11 - Quiz
Welk Europese instelling hoort bij de omschrijving?
Voert het Europese beleid uit
A
De Europese Commissie
B
Het Europese Parlement
C
De Raad van Ministers
D
geen van deze instellingen
Slide 12 - Quiz
Welke volgorde is juist?
A
EGKS, EEU, EG, euro
B
euro, EU, EEG, EGKS
C
EGKS, EEG, EU, euro.
D
EGKS, EEG, euro, EU
Slide 13 - Quiz
Welke bewering over het Europees Parlement is juist?
Het Europees Parlement
A
bestaat uit ministers van alle EU-lidstaten.
B
is het dagelijks bestuur van de Europese Unie.
C
keurt voorstellen van de Europese Commissie goed of af.
D
zorgt ervoor dat Europese regels worden uitgevoerd.