Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Herhalingsquiz H3 Politiek
De Tweede kamer?
A
50 leden
B
75 leden
C
100 leden
D
150 leden
1 / 33
suivant
Slide 1:
Quiz
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Cette leçon contient
33 diapositives
, avec
quiz interactifs
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
De Tweede kamer?
A
50 leden
B
75 leden
C
100 leden
D
150 leden
Slide 1 - Quiz
Wat is de meerderheid van de Tweede Kamer?
A
50
B
75
C
76
D
51
Slide 2 - Quiz
Rechtse partijen
A
Vinden gelijkheid de belangrijkste waarde
B
willen goede uitkeringen en voorzieningen voor de zwakkeren in de samenleving
C
benadrukken de economische vrijheid van mensen en ondernemingen
D
hechten veel waarde aan het geloof
Slide 3 - Quiz
Wat is een 'directe democratie'?
A
Het volk kiest volksvertegenwoordigers
B
Het volk betaalt direct belasting aan de regering
C
De burgers mogen allemaal stemmen over nieuwe wetten
Slide 4 - Quiz
Wat is de overheid?
A
alleen ambtenaren
B
alleen politici
C
ambtenaren en politici samen
D
meneer Niederer
Slide 5 - Quiz
Het kabinet dient het algemeen belang. Wat is algemeen belang?
A
Iets waar volksvertegenwoordigers hun voordeel uit halen.
B
Iets waar een (groot) deel van de samenleving hun voordeel uit haalt.
C
Het belang van een Tweede kamerlid
Slide 6 - Quiz
Bij een indirecte democratie:
A
kiest de bevolking politici die voor hen besluiten nemen
B
stemt de bevolking zelf over elk besluit.
C
kiest de bevolking in een referendum de vertegenwoordigers
D
kiezers en de volks-vertegenwoordigers samen de besluiten.
Slide 7 - Quiz
Wat is passief kiesrecht?
A
Het recht om je verkiesbaar te stellen
B
Het recht om te mogen stemmen
Slide 8 - Quiz
Nederland is een democratie.
Wat betekent democratie?
A
De koning regeert
B
Het kabinet regeert
C
God regeert
D
Het volk regeert
Slide 9 - Quiz
Welke partijen kunnen het makkelijkst compromissen sluiten?
A
Middenpartijen
B
Rechtse partijen
C
Linkse partijen
D
Zowel links als rechts
Slide 10 - Quiz
Wat is een politieke stroming?
A
Mensen die hetzelfde denken en invloed willen hebben via de politiek op de maatschappij
B
Mensen die rivieren de goede kant op laten stromen
C
Mensen die verstand hebben van elektriciteit en stroom
D
Mensen die politiek onbelangrijk vinden
Slide 11 - Quiz
Actief kiesrecht is
A
recht om te stemmen
B
recht om je verkiesbaar te stellen
Slide 12 - Quiz
Een linkse partij
A
is voor veel economische vrijheid
B
vindt de zorgen om het milieu overdreven
C
wil dat de uitkeringen zo laag mogelijk zijn
D
vindt dat iedereen goede zorg verdient
Slide 13 - Quiz
Wat is de troonrede?
A
De plannen van de koning voor komend jaar
B
De plannen van de regering voor het komende jaar
Slide 14 - Quiz
Wat is een wethouder?
A
Een persoon die lid is van de regering.
B
Een persoon die de gemeente bestuurd.
C
Een persoon met veel geld.
D
Een persoon die veel verstand heeft van iets.
Slide 15 - Quiz
Wat is een rechtsstaat?
A
Een staat waarin de overheid de absolute macht heeft
B
Een staat waarin de burgers zich aan wetten moeten houden
C
Een staat waarin de burgers en de overheid zich aan de wetten moeten houden
D
Een staat waarin de koning de absolute macht heeft
Slide 16 - Quiz
De Eerste Kamer is anders dan de Tweede Kamer. De Eerste Kamer mag...
A
Nieuwe wetten ondertekenen.
B
Een wetsvoorstel in zijn geheel goed- of afkeuren.
C
Amendementen indienen als ze een wetsvoorstel willen verbeteren.
D
Zelf wetten maken.
Slide 17 - Quiz
Het parlement is:
A
de Eerste Kamer
B
de Tweede kamer
C
de volksvertegenwoordiging
D
de senaat
Slide 18 - Quiz
Wat is de taak van ons parlement?
A
Mede wetgeving en controleren kabinet
B
Dagelijkse bestuur van Nederland
C
Een handtekening zetten onder alle wetten
Slide 19 - Quiz
De Eerste Kamer?
A
50 leden
B
75 leden
C
100 leden
D
150 leden
Slide 20 - Quiz
Hoeveel macht heeft de koning?
A
Geen macht
B
Vrijwel geen macht
C
Veel macht
D
Alle macht
Slide 21 - Quiz
Plicht
A
Bepaalt wat je moet doen
B
De belangrijkste rechten van burgers die in onze samenleving gelden en in de grondwet zijn vastgelegd
C
Geeft aan wat je mag doen of waar je recht op hebt
D
de Eerste en Tweede Kamer
Slide 22 - Quiz
Wat is een coalitie?
Wat is een coalitie?
A
Samenwerking met de grootste partijen
B
Samenwerking van partijen die de meerderheid hebben
C
Samenwerking van partijen die de minderheid hebben
D
Samenwerking met alle politieke leiders
Slide 23 - Quiz
De grondwet is
A
Evenredige vertegenwoordiging in de regering
B
Recht om te stemmen
C
Belangrijkste wet van het land
D
recht op eigen mening
Slide 24 - Quiz
Wat is de oppositie?
A
De partijen die in de regering zitten
B
De partijen die niet in de regering zitten
Slide 25 - Quiz
Wat is de wetgevende macht?
A
Tweede Kamer, Eerste Kamer en regering.
B
Tweede Kamer, Eerste Kamer en de Koning.
C
Tweede Kamer, rechters en regering.
Slide 26 - Quiz
Wat is een gemeenteraad?
A
De regering van een gemeente
B
De volksvertegenwoordiging van de gemeente
C
B&W van de gemeente
D
De rechterlijke macht
Slide 27 - Quiz
Wat is trias politica?
A
Koninklijke macht (Koning) 1ste Kamer 2de Kamer
B
Uitvoerende machten (ministers) Rechterlijke machten (rechtbank) Wetgevende machten (2de Kamer)
C
1ste Kamer 2de Kamer Europese Unie
D
Alle antwoorden zijn onjuist
Slide 28 - Quiz
Regeerakkoord
A
Een kabinet waarin twee of meer partijen met elkaar samenwerken
B
Partijen in de Tweede Kamer die geen ministers in de regering hebbe
C
Tweede en Eerste Kamer samen.
D
Een overeenkomst tussen coalitiepartijen over het te voeren beleid in de regeerperiode van vier jaar
Slide 29 - Quiz
Met een wetsvoorstel kan een wet worden gemaakt of aangepast.
Wie mag er een wetsvoorstel doen?
A
De ministers en de Tweede kamer
B
De rechters
C
De politie
D
Iedereen die ouder is dan 18 jaar.
Slide 30 - Quiz
Het nieuwe kabinet is gevormd.
Wie zitten er in het kabinet?
A
Minister president Rutte
B
Ministers en Staatssecretarissen
C
De Tweede Kamer
D
Ministers en de Koning
Slide 31 - Quiz
Wat is een burgemeester NIET?
A
Voorzitter van de gemeenteraad
B
Baas van politie en brandweer
C
Gekozen door de inwoners de gemeente
D
Lid van een landelijke politieke partij
Slide 32 - Quiz
Welk recht hebben alleen de 2e Kamerleden (en dus niet de 1e Kamerleden)
A
recht van budget
B
recht van interpellatie
C
recht van enquête
D
recht van initiatief
Slide 33 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Herhalingsquiz H3 Politiek
Décembre 2022
- Leçon avec
34 diapositives
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
5. Het Parlement
Avril 2018
- Leçon avec
28 diapositives
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
5. Het Parlement
Janvier 2017
- Leçon avec
29 diapositives
par
Maatschappijleer
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Maatschappijleer
Herhalingsquiz H3 Politiek
Novembre 2023
- Leçon avec
30 diapositives
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Hoofdstuk 3 - Wat gebeurt er bij verkiezingen?
Septembre 2021
- Leçon avec
42 diapositives
par
Seneca Burgerschap
Maatschappijkunde
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3,4
Seneca Burgerschap
Hoofdstuk 3 - Wat gebeurt er bij verkiezingen?
Septembre 2021
- Leçon avec
45 diapositives
par
Seneca Burgerschap
Maatschappijkunde
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3,4
Seneca Burgerschap
Parlementaire democratie: machten
Juillet 2021
- Leçon avec
20 diapositives
par
Seneca Burgerschap
Maatschappijleer
Middelbare school
havo
Leerjaar 4,5
Seneca Burgerschap
Parlementaire democratie: machten
Août 2021
- Leçon avec
20 diapositives
par
Seneca Burgerschap
Maatschappijleer
Middelbare school
havo
Leerjaar 4,5
Seneca Burgerschap