In 2018 is er in Frankrijk een verbod op mobieltjes op scholen ingesteld. Dit is zelfs in de wet opgeschreven. Niet alleen in het lokaal, maar ook in de pauze, op het schoolplein en in de gangen zijn ze verboden.
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
H3G ~ français ~ 15-04-2021
Le saviez-vous?
In 2018 is er in Frankrijk een verbod op mobieltjes op scholen ingesteld. Dit is zelfs in de wet opgeschreven. Niet alleen in het lokaal, maar ook in de pauze, op het schoolplein en in de gangen zijn ze verboden.
Slide 1 - Diapositive
Doelen vorige les
... heb je geoefend en geleerd voor de toets (Chapitre 2).
... weet je waar je nog aan moet werken.
Slide 2 - Diapositive
Aan het einde van deze les...
... heb je geoefend en geleerd voor de toets (Chapitre 3).
... weet je waar je nog aan moet werken.
Slide 3 - Diapositive
Devoirs pour le 20-04-2021
Apprendre:
Chapitre 2:
Grammaire G + I & Voca. A + B + E
Chapitre 3:
Grammaire C + G & Voca. A + B + E
Slide 4 - Diapositive
Le programme
Grammaire Chapitre 3 1. futur simple 2. connaître
Travailler
Slide 5 - Diapositive
Vul de futur simple in: Il _____ (admirer) la ville.
Slide 6 - Question ouverte
Vul de futur simple in: Vous ____ (choisir) un T-shirt?
Slide 7 - Question ouverte
Vul de futur simple in: Elles ____ (attendre) le bus.
Slide 8 - Question ouverte
Vul de futur simple in: Julie ____ (aller) à Paris.
Slide 9 - Question ouverte
Vul de futur simple in: Emily et Lucie ____ (être) à la maison.
Slide 10 - Question ouverte
Futur simple (zal/zullen)
hele werkwoord (laatste letter "r") + uitgang
let op: werkwoorden op -re -> laatste "e" weglaten
onregelmatige stam:
être (ser-) aller (ir-)
avoir (aur-) pouvoir (pourr-)
faire (fer-) voir (verr-)
Slide 11 - Diapositive
In welke tijd staat deze zin? Elle connaît mon frère.
A
présent
B
imparfait
C
passé composé
D
futur simple
Slide 12 - Quiz
In welke tijd staat deze zin? Comment vous avez connu tous ces gens?
A
présent
B
imparfait
C
passé composé
D
futur simple
Slide 13 - Quiz
In welke tijd staat deze zin? Tu connaîtras presque tous les pays?
A
présent
B
imparfait
C
passé composé
D
futur simple
Slide 14 - Quiz
In welke tijd staat deze zin? Elles connaissaient déjà 2 filles ici.
A
présent
B
imparfait
C
passé composé
D
futur simple
Slide 15 - Quiz
Il ne _____ (connaître, imparfait) personne.
Slide 16 - Question ouverte
Pierre _____ (connaître, passé composé) tous les Néerlandais.
Slide 17 - Question ouverte
Ma tante te ____ (connaître, futur) aussi très bien!
Slide 18 - Question ouverte
Je _____ (connaître, présent) bien Pierre et Laura.
Slide 19 - Question ouverte
connaître (kennen)
Présent: onregelmatig (behalve il/elle/on) Leren -> hele rijtje.
Let op: dakje op de i als de letter erna een t is.
Passé composé: onregelmatig volt.dw. (connu) + hulpww avoir
Leren -> rijtje avoir + volt.dw. connu
Slide 20 - Diapositive
connaître (kennen)
Imparfait: regelmatig
Leren -> stappenplan + uitgangen
Futur simple: onregelmatig (connaîtr- is stam ipv hele ww)
Leren -> stam + uitgangen
Let op: dakje op de i als de letter erna een t is.
Slide 21 - Diapositive
Le programme
Grammaire Chapitre 3
Travailler
Slide 22 - Diapositive
Travailler
Kies uit de volgende activiteiten:
- leren hoofdstuk 3
- Slim Stampen hoofdstuk 3
- oefenen op www.verbuga.eu (connaître / futur simple)
Slide 23 - Diapositive
Aan het einde van deze les...
... heb je geoefend en geleerd voor de toets (Chapitre 3).