2.1 Voortplantingsstelsel man

B1: Het voortplantingsstelsel van de man




2.1 Voortplantingsstelsel van een man
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

B1: Het voortplantingsstelsel van de man




2.1 Voortplantingsstelsel van een man

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een man 
    benoemen en aanwijzen in een afbeelding.
  • Je kunt de bouw en functies van de verschillende onderdelen benoemen.

Slide 2 - Diapositive

Penis
Iedereen ziet er anders uit, en dat geldt ook voor de geslachtsorganen. Jongens scheppen weleens op over wie de grootste heeft. Maar of hij nou groot, klein, dun of dik is: alle penissen zijn geschikt voor seks.

Slide 3 - Diapositive

Uitwendige 
geslachtsorganen
Penis:
  • Zwellichamen: Vullen zich met bloed en zorgen voor een erectie. 
  • Eikel: Top van de penis, gevoelig voor prikkels/aanraking.
  • Voorhuid: Huidplooi om de eikel

Slide 4 - Diapositive

Inwendige geslachtsorganen (1/2)
Balzak: Huidplooi waarin de  
teelballen en bijballen liggen.
Teelballen: Produceren zaadcellen
Bijballen:  Tijdelijke opslag van de zaadcellen.
Zaadleider: Transport van de 
zaadcellen van de bijballen naar prostaat.

Slide 5 - Diapositive

Inwendige geslachtsorganen (2/2)
Prostaat: Voegt vocht toe aan de 
zaadcellen.
Zaadblaasjes: Voegen vocht met voedingsstoffen toe aan de zaadcellen.
Zaadcellen + vocht + voedingsstoffen = SPERMA
Urinebuis: Transport van urine en sperma naar buiten.

Slide 6 - Diapositive

Zaadlozing
Bij een zaadlozing verlaten 50 tot 150 miljoen zaadcellen het lichaam. 
1. De zaadleiders vervoeren de zaadcellen vanuit de bijballen richting de prostaat. 
2. De zaadblaasjes voegen vocht en voedingsstoffen toe aan de zaadcellen.
3. De prostaat voegt ook vocht toe aan de zaadcellen (nu heet het sperma)
4. Vanuit de prostaat gaat de sperma de urinebuis in.
5. Het sperma komt via de eikel uit de penis.
Door het vocht kunnen de zaadcellen goed bewegen.

Slide 7 - Diapositive

Zaadcellen
Een zaadcel is een geslachtscel
en bestaat uit kop en zweepstaart.

Ze kunnen zelf voortbewegen 'zwemmen' door hun zweepstaart.

In de kop zit de kern met de chromosomen (23). Ze worden gemaakt bij Meiose.


Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Zaadbal
Zaadleider
Bijbal
Blaas
Zwellichaam
Prostaat
Urinebuis

Slide 10 - Question de remorquage

Waar worden de zaadcellen bij de man gevormd?
A
In de penis
B
In de prostaat
C
In de teelballen
D
In de zaadblaasjes

Slide 11 - Quiz

Wat is de juiste volgorde van hoe zaadcellen het lichaam verlaten?
A
teelbal -> bijbal -> zaadleider
B
bijbal -> zaadleider
C
zaadleider -> teelbal -> bijbal
D
teelbal -> zaadleider -> bijbal

Slide 12 - Quiz

Een balzak is een huidplooi waarin teelballen en bijballen liggen. De temperatuur is .................. dan in de buikholte. Dit is gunstig voor de ontwikkeling van spermacellen.
A
hoger
B
lager
C
zelfde

Slide 13 - Quiz

Waar worden de zaadcellen bij een man tijdelijk opgeslagen?
A
Teelbal
B
Prostaat
C
Bijbal
D
Zwellichaam

Slide 14 - Quiz

Op welke volgorde gaat een zaadcel door het mannelijke voortplantingsstelsel bij het ejaculeren? Sleep de onderdelen naar de juiste plek.
1
2
3
4
5
urinebuis
prostaat
zaadleider
bijbal 
teelbal 

Slide 15 - Question de remorquage

Waardoor ontstaat er een erectie?
A
Doordat er bloed in het zwellichaam van de penis wordt gepompt
B
Doordat er sperma in het zwellichaam van de penis wordt gepompt
C
Doordat er zaadcellen in het zwellichaam van de penis wordt gepompt
D
Doordat er zaadvocht in het zwellichaam van de penis wordt gepompt

Slide 16 - Quiz

Maak opdracht 1 t/m 5

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo