§ 10 Het bestuur van Nederland

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Tijd van burgers en stoommachines   1800 - 1900

Kenmerkende aspecten:

• De industriële revolutie
• De sociale kwestie
• Emancipatiebewegingen
• Democratisering
  
• Politieke stromingen
• Het moderne imperialisme

Waarom zijn er politieke partijen ontstaan?

1. Zodat kiezers beter inzicht kregen in wie er wat wilde bereiken
2. Zodat mensen met dezelfde ideeën sterker stonden
3. Zodat de liberalen niet meer de grootste waren
4. Zodat de socialisten buiten de regering gehouden konden worden

De VVD is ...

1. links
2. midden
3. rechts

Op economisch gebied zijn liberalen voor...

1. de vrije markt
2. overheidsingrijpen

Het CDA is...

1. links
2. midden
3. rechts

CDA, Christenunie en SGP behoren tot de ... strominge

1. confessionele
2. liberale
3. sociaal-democratische

PvdA en SP zijn...

1. links
2. midden
3. rechts

Op economisch gebied zijn de sociaaldemocraten voor...

1. overheidsingrijpen
2. vrije markt

uitleg § 10

hoe zat het ook alweer

Het dagelijks bestuur van de gemeente wordt gevormd door...

1. gemeenteraad
2. burgemeester en wethouders

De gemeenteraad ....

1. stemt voor plannen van de wethouders
2. voert de plannen uit

In het kabinet zitten...

1. alle ministers en staatssecretarissen
2. de volksvertegenwoordigers

De ministers...

1. controleren de tweede kamer
2. bedenken wetten en voeren deze uit

uitleg § 10

ministers maken wetsvoorstellen en voeren aangenomen wetten uit

Het parlement stemt over wetsvoorstellen en controleert de of ze goed worden uitgevoerd.

De rechterlijke macht is onafhankelijk en beslist bij wetsovertredingen. Ook van de overheid!

Controlerende taak

• Recht van vragen stellen 
• Recht van interpellatie (minister moet in de Kamer uitleg geven)
• Recht van motie (stemmen over het beleid van een minister)

wetgevende Taak

• Stemmen over wetsvoorstel
• Recht van initiatief (zelf wetsvoorstellen indienen)
• Recht van amendement (om wetsvoorstellen van de ministers aan te passen)

Rechten van de Tweede Kamer

Een minister zit NOOIT in de volksvertegenwoordiging.

1. juist
2. onjuist

Een volksvertegenwoordiger zit NOOIT in het kabinet.

1. juist
2. onjuist

Welk recht? De Tweede Kamer vraagt een minister om uitleg te komen geven in de Kamer.

1. Amendement
2. initiatief
3. interpellatie
4. vragen stellen

Welk recht? Een Tweede Kamer lid dient een voorstel in om een deel van de wet aan te passen.

1. Amendement
2. Initiatief
3. Motie
4. Stemrecht

Welk recht. Een Tweede Kamer-lid dient zelf een nieuw wetsvoorstel in.

1. Initiatief
2. Interpellatie
3. Amendement
4. Motie

Welk recht? Een (deel van) de Tweede Kamer zegt zijn vertrouwen op in een minister.

1. Amendement
2. Initiatief
3. Interpellatie
4. Motie

zelfstandig werken

Maken blz 146:     35, 38, 39

Maken blz 158:  § 10 vraag 1, 2, 4, 5, 6 

Leren § 10