Spreekvaardigheid beknopt

spreken en gesprek voeren
spreekdoelen
afstemmen op publiek
spreekvaardigheid
de inhoud
samenhang
digitale presentatie maken
voorbereiden op vragen
oefenen
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

spreken en gesprek voeren
spreekdoelen
afstemmen op publiek
spreekvaardigheid
de inhoud
samenhang
digitale presentatie maken
voorbereiden op vragen
oefenen

Slide 1 - Diapositive

spreekdoelen
Informeren (feiten)
Overtuigen (argumenten)
Instrueren (stagsgewijs)

Voorbeeld:
Je wilt je klasgenoten informeren over je werk.
Je doet mee aan verkiezingen om lid te worden van de ondernemingsraad op je werk. Je wilt je collega's overtuigen op jou te stemmen. Je geeft argumenten.
Je werkt op een bouwplaats. Je wilt je collega's instrueren hoe ze veilig moeten omgaan met een bepaalde zaag.

Slide 2 - Diapositive

afstemmen op publiek
Taalgebruik: formeel of informeel?
Voorkennis van het publiek: vaktermen of niet?

Slide 3 - Diapositive

spreekvaardigheid
Een actieve spreekhouding en oogcontact
Stemgebruik: volume, articulatie, spreektempo, intonatie


Fragment: Mijn wijk

Slide 4 - Diapositive

de inhoud voorbereiden
  1. Ga na wat je onderwerp is, wie je publiek is en wat je doel is.
  2. Bepaal de deelvragen.
  3. Zoek en selecteer informatie.
  4. Bepaal de inhoud van inleiding, middenstuk en slot en maak een spreekschema.

Slide 5 - Diapositive

digitale presentatie maken
richtlijnen:
  • zet niet teveel informatie op één dia;
  • houd de achtergrond van de dia's rustig;
  • gebruik een duidelijk lettertype;
  • maak geen taalfouten;
  • maak gebruik van tabellen, diagrammen, foto's en filmpjes om de inhoud te ondersteunen.

Slide 6 - Diapositive

samenhang aanbrengen
Gebruik tijdens de presentatie signaalzinnen en signaalwoorden.

Met signaalzinnen kun je aankondigen wat je gaat vertellen of samenvatten wat je hebt verteld.
Ten eerste, ten tweede, dus, maar, omdat, in tegenstelling tot, bijvoorbeeld (zie Handboek)

Slide 7 - Diapositive

presentatie oefenen
Oefen de presentatie van te voren om te kijken of je nog iets moet verbeteren.
Eerst doe je dit hardop voor jezelf.
Daarna oefen je voor iemand anders. Deze persoon kan jou feedback geven op de inhoud, spreekhouding en stemgebruik.

Slide 8 - Diapositive

voorbereiden op vragen
Bereid je voor op vragen door zelf te bedenken welke vragen het publiek mogelijk heeft over het onderwerp.

Slide 9 - Diapositive

oefenen
We gaan naar een informerende presentatie kijken en luisteren.
Je gaat feedback geven met behulp van een feedbackformulier.

fragment: zorgrobots

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Lien