P2 les 10: Gebarentaal

Praten met je handen
Tolk voor doven
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Praten met je handen
Tolk voor doven

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Praten met je handen

Kijk je weleens naar het nieuws op tv?
Heb je het al gezien?
Er praat ook iemand met zijn handen. 
Als het belangrijk nieuws is.
Dat noem je gebarentaal. 
Dat is bedoeld voor dove mensen.
En voor mensen die niet goed horen.
Dan kunnen zij het nieuws ook begrijpen. 

Slide 3 - Diapositive

Waarom is er bij belangrijk nieuws op tv iemand die gebarentaal spreekt?
A
Dat is voor dove mensen en mensen die niet goed horen. Dan kunnen zij het nieuws ook begrijpen.
B
Dat is voor kinderen die de taal nog niet goed spreken. Dan kunnen ze goed Nederlands leren.
C
Dat is voor mensen die niet goed kunnen zien. Dan kunnen ze toch horen wat er in het nieuws gezegd wordt.

Slide 4 - Quiz


Gebarentaal
Dove mensen praten ook met elkaar.
Dat doen zij vaak met gebaren.
En niet met hun stem.
Zij gebruiken hun handen, gezicht en ogen.
Elk woord heeft een eigen gebaar.
Je kunt in deze gebarentaal over alles praten.
Net als in elke andere taal. +

Slide 5 - Diapositive

Wat gebruik je als je in gebarentaal praat?
Schrijf drie dingen op. Kies uit:
het gezicht, het haar, de handen, de ogen, de oren, de stem.

Slide 6 - Question ouverte

Deze vraag gaat ook over het stukje Gebarentaal.
Wat is hetzelfde bij gebarentaal als bij andere talen?
A
Alle mensen gebruiken de taal.
B
Je gebruikt vooral je stem.
C
Je kunt over alles praten.

Slide 7 - Quiz

Andere landen
Elk land heeft zijn eigen gebarentaal.
Soms lijken die talen op elkaar.
Maar vaak zijn ze heel verschillend. 

Slide 8 - Diapositive

Wat weet je nu nog meer over gebarentalen?
Kies twee dingen uit dit stukje tekst die genoemd worden.

A
Alle gebarentalen lijken op elkaar.
B
Elk land heeft zijn eigen gebarentaal.
C
Gebarentalen lijken nooit op elkaar.
D
Vaak zijn gebarentalen heel verschillend.

Slide 9 - Quiz

Op school
Vroeger was gebarentaal verboden.
Leraren praatten gewoon tegen de kinderen.
De dove kinderen keken naar de lippen.
Gebruikten ze toch gebaren?
Dan kregen ze straf.
Nu is dat gelukkig niet meer zo.
Dove kinderen leren nu op school gebarentaal. 

Slide 10 - Diapositive

Dove kinderen leerden vroeger geen gebarentaal. Waar letten zij op als iemand tegen hen praatte?
A
Op de handen van de persoon die tegen hen praatte.
B
Op de lippen van de persoon die tegen hen praatte.
C
Op de ogen van de persoon die tegen hen praatte.

Slide 11 - Quiz

Gebarentaal bij het nieuws
Is er belangrijk nieuws op tv?
Dan komt er voortaan een tolk voor doven bij.
Dat is iemand die gebarentaal vertelt.
Hij of zij vertaalt het nieuws in gebarentaal.
Dan weten dove mensen ook wat er aan de hand is.
Dat is heel belangrijk. 

Slide 12 - Diapositive

Wie zie je vanaf nu ook bij belangrijk nieuws op tv?
A
De koning en de koningin die het nieuws vertellen.
B
Een tolk die die het nieuws in gebarentaal vertelt.
C
Iemand van het Jeugdjournaal die het nieuws aan kinderen vertelt.

Slide 13 - Quiz

Wat weet jij allemaal over gebarentaal?
Welke woorden weet jij daarbij?
Schrijf 5 of meer woorden op!

Slide 14 - Carte mentale

In regel 6 daar staat: Dat is bedoeld voor dove mensen.
Wat betekent bedoeld voor?
A
af en toe voor
B
bedacht voor
C
niet goed voor

Slide 15 - Quiz

In regel 11 daar staat: Dat doen zij vaak met gebaren.
Wat betekent het gebaar?

A
de beweging die je maakt met je handen
B
de zin die je zingt
C
het woord dat je opschrijft

Slide 16 - Quiz

In regel 31 daar staat: Dan komt er voortaan een tolk voor doven bij.
Wat betekent de tolk?

A
iemand die duidelijk opschrijft wat er gezegd wordt
B
iemand die in een andere taal duidelijk maakt wat er gezegd wordt
C
iemand die meer dan tien talen spreekt

Slide 17 - Quiz

Welke zin is waar en welke zin is niet waar?
Wel waar
niet waar

Dove kinderen kregen vroeger straf als zij gebaren op school gebruikten.
Dove mensen kunnen niet met elkaar praten.
Elk land heeft zijn eigen gebarentaal.
Er komt niet altijd een gebarentolk bij belangrijk nieuws op tv
Gebarentaal is bedoeld voor mensen die doof zijn of slecht horen.

Slide 18 - Question de remorquage