3.1 Arm en rijk binnen steden

Arm en rijk in Nederland
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Arm en rijk in Nederland

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Op welke 3 manieren kunnen we kijken of een land rijk is?

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Vidéo

Waarom laat bnp/inwoner het verschil tussen arm en rijk niet goed zien?

Slide 5 - Question ouverte

Lesdoel(en)
Aan het einde van de les kan je:
R: Begrippen
T1: Je kunt arme en rijke wijken in Nederlandse steden herkennen aan woningtype, woningprijs en woningeigendom.
T2: Je kunt kenmerken geven van de bewoners van arme en rijke wijken in Nederlandse steden.
I: Welke verschillen zijn er tussen arme en rijke wijken in Nederlandse steden, en hoe hangen ze met elkaar samen?

Slide 6 - Diapositive

Welke verschillen zijn er tussen arme en rijke wijken In Nederlandse steden?
Eindhoven
Doornakker                                                              De Karpen

Slide 7 - Diapositive

Welke verschillen zijn er tussen arme en rijke wijken In Nederlandse steden?
Welvaart (gaat over geld/inkomen)

Koopwoningen
of
Huurwoningen

WOZ-Waarde ->waarde van je huis.-->

Slide 8 - Diapositive

Welke verschillen zijn er tussen arme en rijke wijken In Nederlandse steden?
Welzijn (gaat over situatie waarin mensen 
wonen)
  • Leefbaarheid --------------------------->
  • Bebouwingsdichtheid
  • Groenvoorzieningen
  • Voorzieningen
  • Onderhoud van huizen
  • Veiligheid

Slide 9 - Diapositive

WOZ-waarde
% matige/slechte gezondheid

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

H3: Arm en rijk in Nederland
§1: Arm en rijk in steden
Welke verschillen zijn er tussen arme en rijke wijken in Nederlandse steden, en hoe hangen ze met elkaar samen?
Korte geschiedenis van de woningbouw in Nederland


1900
1960
nu
De industriële revolutie bracht veel werk naar de steden. Daar stonden de fabrieken. Mensen migreerden massaal naar kleine arbeidershuisjes. 
Na WOII moest Nederland opnieuw opgebouwd worden. Veel mensen kochten ook een auto. De rijke middenklasse vertrok uit de vieze, kapotte steden naar de buitenwijken. Ook werden er flats gebouwd. 
Veel mensen trekken terug naar de steden. De leefbaarheid is er erg verhoogd. Maar de binnensteden zijn erg duur. Mensen gaan daarom aan de randen van deze steden wonen. 

Slide 12 - Diapositive

Afsluitende foto

Slide 13 - Diapositive

In de grote steden in Nederland is de gezondheid slechter dan gemiddeld.
Wat is de reden?
A
Daar wonen naar verhouding meer jongeren.
B
Daar wonen naar verhouding meer ouderen.
C
Daar wonen naar verhouding meer mensen met een hoge sociaaleconomische status.
D
Daar wonen naar verhouding meer mensen met een lage sociaaleconomische status.

Slide 14 - Quiz

Wat betekent welvaart?
A
Hoe gezond, veilig en gelukkig je je voelt
B
Genoeg geld hebben om in je behoeften te kunnen voorzien
C
Geen schulden hebben
D
Stijging van het percentage werklozen

Slide 15 - Quiz

Wat is welzijn?
De rijkdom van een land gemeten op basis van...
A
Geld
B
Goederen
C
Levensomstandigheden
D
Diensten

Slide 16 - Quiz

Waar hoort 'hoeveelheid groenvoorzieningen' bij...

A
Welzijn
B
Welvaart

Slide 17 - Quiz

Leefbaarheid =
A
Hoe welvarend je bent
B
Hoe geschikt de wijk is om in te wonen
C
Hoeveel koop en huurwoningen er zijn in de wijk
D
Bebouwingsdichtheid

Slide 18 - Quiz

Pull factoren
Welvaart
Welzijn
BNP
Geld
Armoede
Gezondheid
Veiligheid
Blij zijn

Slide 19 - Question de remorquage

Zelfstandig werken
Lezen 3.1
Maken opdrachten: 1, 2, 3, 5, 7

Slide 20 - Diapositive

3.1 Arm en rijk binnen steden

Slide 21 - Diapositive