Thema 3, week 3 Les 10 worden die eindigen op -ig

Schrijf een woord op dat eindigt op -ig
zoals jarig
1 / 19
suivant
Slide 1: Question ouverte
SpellingBasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Schrijf een woord op dat eindigt op -ig
zoals jarig

Slide 1 - Question ouverte

lesdoel
Ik kan woorden met de uitgang -ig correct spellen.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive


Slide 4 - Question ouverte


Slide 5 - Question ouverte


Maak het woord af.
Schrijf het hele woord op.

Slide 6 - Question ouverte

JARIG
het klinkt als: jarug

je schrijft: jarig


Slide 7 - Diapositive

verdrietig

Slide 8 - Diapositive

Je hoort -ug maar je schrijft -ig.
Voor welk woord geldt deze regel niet?

Slide 9 - Question ouverte

kijk goed naar het woord
zielig

Slide 10 - Diapositive

schrijf het woord op

Slide 11 - Question ouverte

kijk goed naar het woord
slaperig

Slide 12 - Diapositive

schrijf het woord op

Slide 13 - Question ouverte

kijk goed naar het woord
griezelig

Slide 14 - Diapositive

schrijf het woord op

Slide 15 - Question ouverte

kijk goed naar het woord
hongerig

Slide 16 - Diapositive

schrijf het woord op

Slide 17 - Question ouverte

snappet spelling
 Thema 3, week 3
Les 10
oefendictee
Opgave 2A

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Lien