Woche 43

H2 Duits, week 43
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

H2 Duits, week 43

Slide 1 - Diapositive

Afspraken: 
• Zet je telefoon uit en doe 'm in de telefoontas. 
• Ga op je plaats (volgens de plattegrond van de mentor) zitten.
• Pak je spullen (werkboek, pen, schrift). 
• Start zelfstandig & in stilte met de beginopdracht die op het bord staat (5 minuten).
• Aan het eind van de les blijf je rustig zitten totdat de bel is gegaan.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Beginopdracht
                                                              Lees de woordjes op blz. 106+107
Wat eet/drink jij op een dag? Schrijf Duitse zinnen in je schrift.
- Frühstück: ich esse .... und ich trinke .... 
- Mittagessen: ich esse .... und ich trinke .... 
- Abendessen: ich esse .... und ich trinke .... 
Weet je een woord niet, dan verzin je iets anders. Vroeg klaar?Schrijf dan nog je lievelingseten op of maak er een tekening bij. 

Slide 4 - Diapositive

Diese Woche (H2c):
Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht
Woordjes A
Grammatik C
An die Arbeit
Hausaufgaben
Freitag (80 Min.)

Beginopdracht
Check Hausaufgaben
Hören: Aufgabe 3
An die Arbeit
Toetsinzage
Hausaufgaben
Montag (40 Min.)

Studiedag

Slide 5 - Diapositive

Diese Woche (H2d):
Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht
Woordjes A
Grammatik C
An die Arbeit
Hausaufgaben
Freitag (40 Min.)

Beginopdracht
Check Hausaufgaben
An die Arbeit
Toetsinzage
Hausaufgaben
Montag (80 Min.)

Studiedag

Slide 6 - Diapositive

Woordjes A
blz. 106

Voor de toets leer je alle woordjes van Kapitel 3 + 4 
(blz. 106-107 en 140-141). 
Er staan ook weer Quizlet-lijsten online! 




Slide 7 - Diapositive

Gramm. C
Bekijk deze rijtjes.
Wat is het ezels-
bruggetje dat je
geleerd hebt en
waarom wijkt het 
hier af? 

Slide 8 - Diapositive

Gramm. C
Bekijk deze rijtjes.
Wat is het ezels-
bruggetje dat je
geleerd hebt en
waarom wijkt het 
hier af? 
--> blz. 84

Slide 9 - Diapositive

An die Arbeit
Maken:
- Aufgabe 4 (blz. 81)
Maak 8 zinnen. Let erop dat je de juiste werkwoorden bij de juiste persoonlijke voornaamwoorden doet. 

- Aufgabe 7 + 8 (blz. 84)
Lees nog een keer de theorie van Grammatik C door.




Slide 10 - Diapositive

Hausaufgaben für Freitag
- Maken:
Aufgabe 4 (blz. 81)
Aufgabe 7 + 8 (blz. 84, theorie doorlezen)

- Leren: 
Woordjes A, eerste helft, "der Apfel" t/m "das Brötchen" (blz. 106) 



Slide 11 - Diapositive

Diese Woche (H2c):
Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht
Woordjes A
Grammatik C
An die Arbeit
Hausaufgaben
Freitag (80 Min.)

Beginopdracht
Check Hausaufgaben
Hören: Aufgabe 3
An die Arbeit
Toetsinzage
Hausaufgaben
Montag (40 Min.)

Studiedag

Slide 12 - Diapositive

Diese Woche (H2d):
Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht
Woordjes A
Grammatik C
An die Arbeit
Hausaufgaben
Freitag (40 Min.)

Beginopdracht
Check Hausaufgaben
An die Arbeit
Toetsinzage
Hausaufgaben
Montag (80 Min.)

Studiedag

Slide 13 - Diapositive

Beginopdracht
Hier 
Je hebt voor vandaag de theorie van Grammatik C nog een keer doorgelezen. 
Maak nu in je schrift de vervoegingen van de werkwoorden "vermissen" en "schließen" (ich, du, er/sie/es/man, wir, ihr, sie/Sie) 
Klaar? Kijk je huiswerk (Aufgabe 4+8, blz. 81+84) nog 1x door.

Slide 14 - Diapositive

Grammatik C
vermissen
schließen
ich
vermisse
schließe
du
vermisst
schließt
er/sie/es/man
vermisst
schließt
wir
vermissen
schließen
ihr
vermisst
schließt
sie/Sie
vermissen
schließen

Slide 15 - Diapositive

Check Hausaufgaben
Aufgabe 4, blz. 81
1. Ich esse Joghurt mit Honig / Brot mit Marmelade. 
2. Du trinkst Apfelsaft
3. Es schmeckt sehr lecker
4. Sie probiert Apfelsaft / Joghurt mit Honig / Brot mit Marmelade.
5. Er wählt Apfelsaft / Joghurt mit Honig / zehn Brötchen.
6. Wir haben zehn Brötchen. / Wir sind 
7. Ihr wählt Schinken / Apfelsaft. 
8. Sie sind nicht gesund.  / Sie haben 

Slide 16 - Diapositive

Check Hausaufgaben
Aufgabe 8, blz. 84
1. Genießt du 
2. Ich schmelze
3. Hans (= er) beißt
4. Du verpasst
5. Die Gläser (= zij --> sie mv) stoßen
6. Gießt du 
7. Ihr esst
8. Du salzt

Slide 17 - Diapositive

Hören
Aufgabe 3, blz. 81

Omcirkel de gerechten die je hoort. 

Slide 18 - Diapositive

An die Arbeit
- Maken: Aufgabe 9 & 10, blz. 85

Aufgabe 9 = schrijf passende vragen bij de Duitse antwoorden die er staan. Let op de vraagwoorden!
Aufgabe 10 = schrijf de getallen voluit in letters

Op tijd klaar? Ga dan de tweede helft van de woordjes van lijst A (blz. 106) leren. 

Slide 19 - Diapositive

Hausaufgaben für Montag
- Maken: Aufgabe 8 (blz. 84) 

- Leren: Woordjes A, tweede helft, "das Frühstück" t/m "zeichnen" (blz. 106) 



Slide 20 - Diapositive