Thema 5 - Erfelijkheid en evolutie

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Wat is het genotype?

1. de zichtbare eigenschappen van een organisme
2. de erfelijke eigenschappen van een organisme

Een chromosoom is

1. een erfelijke eigenschap
2. een deel van je genen
3. een lange, dunne draad

DNA is

1. het materiaal waaruit een chromosoom grotendeels bestaat
2. het materiaal waaruit je fenotype grotendeels bestaat

Een mens heeft in elke celkern van een lichaamscel

1. 48 chromosomen
2. 47 chromosomen
3. 46 chromosomen
4. 23 chromosomen

Het fenotype komt tot stand door:

Vanaf welk moment liggen alle erfelijke eigenschappen van een mens vast?

Een geslachtscel bevat

1. 48 chromosomen
2. 47 chromosomen
3. 46 chromosomen
4. 23 chromosomen

Staan genen altijd aan? Leg je antwoord uit.

Wat is een voordeel van geslachtelijke voortplanting?

Hebben de geslachtscellen van één man allemaal hetzelfde genotype of is het verschillend?

1. hetzelfde
2. verschillend

Wat is een voordeel van ongeslachtelijke voortplanting?

Uit hoeveel eicellen is een twee-eiige tweeling ontstaan?

1. 1
2. 2

Uit hoeveel zaadcellen is een twee-eiige tweeling ontstaan?

1. 1
2. 2

Uit hoeveel eicellen is een eeneiige tweeling ontstaan?

1. 1
2. 2

uit hoeveel zaadcellen is een eeneiige tweeling ontstaan?

1. 1
2. 2

Wat is een mutatie?

Geef zoveel mogelijk voorbeelden van mutagene invloeden

Leg uit hoe kanker ontstaat

Wat wordt bedoeld met een "uitzaaiing" als we het over kanker hebben?

Natuurlijke selectie betekent dat alleen de sterkste organismen overleven en voortplanten.

1. Dat is juist
2. Dat is onjuist

Leg in vier tot vijf zinnen uit hoe nieuwe soorten ontstaan.

Fossielen zijn een argument voor de evolutietheorie omdat

1. ze bewijzen dat dinosauriërs hebben geleefd
2. Ze maken aannemelijk dat soorten zijn ontstaan en weer verdwenen
3. er heel veel fossielen worden gevonden
4. Ze aannemelijk make dat soorten zich aan kunnen passen aan hun milieu

Leg uit dat overeenkomst in bouw van bijvoorbeeld armskeletten van zoogdieren een argument zijn voor de evolutietheorie.

Het eerste leven is ontstaan

1. in het water
2. op het land

De eerste organismen waren

1. eenvoudig gebouwd
2. ingewikkeld gebouwd
3. zowel eenvoudig als ingewikkeld gebouwd

Wie waren er eerst, de landplanten of de landdieren?

1. landplanten
2. landdieren

Twee soorten hebben meer overeenkomsten als hun gemeenschappelijke voorouder

1. heel lang geleden geleefd heeft
2. niet zo lang geleden geleefd heeft

Geef voorbeelden van producten die gemaakt worden met behulp van biotechnologie

Wat wordt er gedaan bij "recombinant-DNA-technieken"?