Les 3 / Hoofdstuk 3

Hoofdstuk 3:
Werkplek & PBM's


1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
VCAMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 3:
Werkplek & PBM's


Slide 1 - Diapositive

Onveilige handeling of onveilige situatie?

Geen schoenen met stalen neuzen dragen tijdens het werk in een magazijn.
A
Onveilige handeling
B
Onveilige situatie

Slide 2 - Quiz

Onveilige handeling of onveilige situatie?

Werken met beschadigd gereedschap.
A
Onveilige handeling
B
Onveilige situatie

Slide 3 - Quiz

Wat is de beste manier om struikelen op de werkplek te vermijden?
A
Door te zorgen voor een opgeruimde werkplek.
B
Door te zorgen voor een stroeve vloer.
C
Door extra vaak schoon te laten maken.

Slide 4 - Quiz

Werken op een plek met veel lawaai verhoogt het risico op ongevallen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Waar moet je een bijna-ongevallen melden?
A
Bij de direct leidinggevende.
B
Bij de veiligheidscoördinator.
C
Bij de afdeling personeelszaken.

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Diapositive

5 soorten borden:

  • Verbodsborden
  • Gebodsborden
  • Waarschuwingsborden
  • Signaleringsborden (veiligheidsvoorziening)
  • Brandbestrijdingsborden

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Wat betekent dit pictogram?
A
Gevaar van vallende voorwerpen
B
Veiligheidshelm verplicht
C
Veiligheidshelm aanbevolen

Slide 17 - Quiz

Wat is een goede veiligheidsregel?
A
Berg materiaal goed op en houd de werkplek netjes
B
Gebruik een ladder om materiaal naar boven te brengen
C
Markeer alle gevaren met rood/wit lint

Slide 18 - Quiz

Wat is een taakrisico analyse?
A
Een inventarisatie van gevaren bij het uitvoeren van risicovol werk.
B
Een checklijst van risico beperkende maatregelen, die je doorneemt voorafgaand aan risicovol werk.
C
Een risico analyse die bedrijven maken voor alle werkzaamheden.

Slide 19 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een ongeval?
A
Een blootliggende leiding staat onder spanning.
B
Een bouwvakker struikelt over een steen, maar mankeert niets
C
Een hamer valt van hoogte op het hoofd van een voetganger

Slide 20 - Quiz

Alles begrepen?

Nog ergens vragen over?


Slide 21 - Diapositive