Lesen üben vwo2

                     Lesen üben 
                                         Examenteksten

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

                     Lesen üben 
                                         Examenteksten

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

1. Wat kom je in alinea 1 te weten over Claire Gafa ?
A
Dat ze graag bejaardenverzorgster wilde worden.
B
Dat ze in het weekend in een dierentuin werkt.
C
Dat ze vroeger een andere baan heeft gehad.

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Diapositive

2. Wat wordt in alinea 2 over medicijnen duidelijk?
A
Bij sommige honden werken ze niet goed.
B
Claire verstopt ze altijd in het voedsel.
C
Daarvoor is te weinig geld beschikbaar.
D
Sommige honden hebben ze iedere dag nodig

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Diapositive

3. Geef van de beweringen aan welke wel overeenkomt met alinea 3
A
Claire gaat nog meer honden opnemen.
B
Alle medewerkers worden betaald.
C
24 uur per dag is er iemand aanwezig.
D
Toeristen kunnen er meewerken

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Diapositive

Wat wordt in alinea 4 over Claire gezegd ?
A
Ze is afhankelijk van de steun van buitenaf.
B
Ze kan van haar salaris goed rondkomen.
C
Ze moet helaas op zoek naar ander werk.

Slide 9 - Quiz

der Verein
sogar
sich ansehen
das Tor
leider
de goal
kijken naar
helaas
de vereninging
zelfs

Slide 10 - Question de remorquage

faul
der Tennisschläger
die Ausrede
der Körper
vielleicht
die Sportnachrichten
lui
misschien
het smoesje

Slide 11 - Question de remorquage

Wat is de 1ste naamval? Nominativ

Slide 12 - Question ouverte

de 3de en de 4de? (Dativ en Akkusativ)

Slide 13 - Question ouverte

zoek onderwerp in deze zinnen
Adam hat eine neue Arbeit
Die Arbeit ist sehr interessant für ihn.

Slide 14 - Question ouverte

zoek lijdend voorwerp
Mein Vater hat ein neues Fahrrad gekauft.
Meinen Vater sehe ich heute nur am Abend.

Slide 15 - Question ouverte

zoek het meewerkend voorwerp op:
Er zeigt seiner Freundin den Film.
Ich gebe meinem Freund die Hand.

Slide 16 - Question ouverte

Kannst du meinem Klassekameraden den Heft und das Federmäppchen leihen bitte?
du
das Federmäppchen
den Heft
meinem Klassenkameraden
meewerkend voorwerp
onderwerp
lijdend voorwerp
lijdend voorwerp

Slide 17 - Question de remorquage

Slide 18 - Vidéo