Een groenteboer heeft een koeling van 8500 euro gekocht. Hij doet er 4 jaar mee en krijgt er daarna nog 500 euro voor terug. Wat is de afschrijving per jaar?
A
€ 2200
B
€ 500
C
€ 2000
D
€ 8000
Slide 18 - Quiz
De bakker heeft een nieuwe oven gekocht voor €2500. Over 5 jaar verwacht hij een nieuwe te kopen voor €3000. Hij verwacht de oude dan in te kunnen ruilen en er €750 voor te krijgen. Bereken de afschrijving per jaar.
A
€600
B
€1250
C
€450
D
€350
Slide 19 - Quiz
Er zijn 4 productiefactoren, welk antwoord is geen productiefactor?
A
Natuur
B
Werk
C
Arbeid
D
Kapitaal
Slide 20 - Quiz
Noem de productiefactoren
A
Arbeid, Natuur en Kapitaal
B
Arbeid, Natuur, Kapitaal en Ondernemerschap
C
Arbeid, Natuur en Kapitaalgoederen
D
Arbeid, Natuur, Kapitaalgoederen en Ondernemerschap
Slide 21 - Quiz
Wat zijn de beloningen voor de productiefactoren?
A
loon, pacht, huur, rente en winst
B
arbeid, natuur en kapitaal
C
loon, pacht, natuur en kapitaal
D
arbeid, rente, winst en loon
Slide 22 - Quiz
Stelling: De consument behoort tot de bedrijfskolom
A
Juist
B
Onjuist
Slide 23 - Quiz
Wat heb je geleerd?
Slide 24 - Diapositive
Welke productiefactoren heb je nodig om te produceren?
Slide 25 - Question ouverte
Hoe bereken je de afschrijving?
Slide 26 - Question ouverte
Hoe produceren bedrijven iets in de bedrijfskolom?
Slide 27 - Question ouverte
extra uitleg
Slide 28 - Diapositive
Om te produceren zijn productiefactoren nodig:
Kapitaal (machines, productiemiddelen)
Arbeid (het product moet gemaakt worden)
Natuur (grondstoffen)
Ondernemerschap (een ondernemer/oprichter -> de combinatie van natuur, arbeid en kapitaal moet leiden tot winst)
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Vidéo
Oefenen
Lees de theorie van de les nog eens goed door en maak daarna de vragen van deze lesson up.
Succes!
Slide 31 - Diapositive
Koppel de juiste beloning aan de productiefactoren.
Natuur
Arbeid
Kapitaal
Onder-nemer-
schap
SALARIS
RENTE
WINST
PACHT
Slide 32 - Question de remorquage
Wat zijn de beloningen voor de productiefactoren?
A
loon, pacht, huur, rente en winst
B
arbeid, natuur en kapitaal
C
loon, pacht, natuur en kapitaal
D
arbeid, rente, winst en loon
Slide 33 - Quiz
Wat is kapitaalintensief?
A
Mensen doen
vooral het werk.
B
Machines doen vooral het werk.
Slide 34 - Quiz
Het schilderen van een huis is ...
A
kapitaalintensief.
B
arbeidsintensief.
Slide 35 - Quiz
Bereken de afschrijving per jaar. Bastiaan heeft voor € 20.000 een auto gekocht en hij wil die in 6 jaar afschrijven. Hij verwacht de auto na die 6 jaar nog voor € 2.000 te kunnen verkopen.
A
€ 1.000
B
€ 1.500
C
€ 2.000
D
€ 3.000
Slide 36 - Quiz
Bereken de afschrijving per jaar. Bedros heeft voor € 5.000 een auto gekocht en hij wil die in 4 jaar afschrijven.
A
€ 1.000
B
€ 1.250
C
€ 1.500
D
€ 5.000
Slide 37 - Quiz
Wat hoort niet thuis in de bedrijfskolom?
A
graanboer
B
meelfabriek
C
bakker
D
consument
Slide 38 - Quiz
Bedrijfskolom
Chocoladefabriek
Supermarkt
Importeur
Cacaoplantage
Groothandel
Slide 39 - Question de remorquage
Je hebt een auto gekocht voor €18.000,- Deze auto gaan 15 jaar mee. Er is geen restwaarde. Hoeveel moet je per jaar afschrijven?