Begrijpend lezen bl32k2l1

• Begrijpend lezen
• Basisschool
• Groep 5

Ra ra, wat is het?

Als ik het heb, deel ik het niet. Als ik het deel, heb ik het niet. 

Leesopdracht

Kleur de woordenwaar je de betekenis niet van weet. Deze woorden heb je straks nodig voor de opdrachten. 

Bekijk de woorden waar je een rondje om hebt gezet en bedenk wat ze kunnen betekenen

Zet jouw woorden in de goede rij: hoe  vind jij de betekenis?  

 

Ik kan de betekenis ongeveer bedenken

ik heb echt een

woordenboek nodig:

Van welke woorden kon jij de betekenis ongeveer bedenken?

Voor welke woorden heb je echt een woordenboek nodig?

Lees de meningen van Anne en Boaz.
Met wie ben jij het eens? Waarom?
Anne: “Deze tekst is vooral een gedicht.”
Boaz: “Deze tekst is vooral een raadsel.”

1. Anne
2. Boaz

In de titel lees je een vraag. In elke strofe wordt het antwoord duidelijker.

Wat weet je na elke strofe?

Per Strofe gaan we nu antwoord geven. 

Strofe 1
Strofe 2
Strofe 3
Strofe 4
Strofe 5
Strofe 6

Wat weet je na strofe 1?

Wat weet je na strofe 2?

Wat weet je na strofe 3?

Wat weet je na strofe 4?

Wat weet je na strofe 5?

Wat weet je na strofe 6?

Welk dier praat hier?
Wat is het antwoord op de vraag,
denk je?

Maak een informatiekaartje van het dier uit de tekst.

Gebruik de feiten die je kunt vinden in de tekst.

Neem het dan mee naar huis en laat iemand raden om welk dier het gaat!

Je krijgt van juf een kaartje