Komma, dubbele punt en aanhalingstekens

Welkom!
Leg je NieuwNederlands boek alvast op tafel
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Leg je NieuwNederlands boek alvast op tafel

Slide 1 - Diapositive

Planning van vandaag
- Uitleg over spelling H6: leestekens
- Zelfstandig aan de slag met de opdrachten
- Afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Komma, dubbele punt en aanhalingstekens. Hoe?

Wanneer gebruik je nou een komma, een dubbele punt of aanhalingstekens? Hoe werkt dat ook alweer?

Pak je boek erbij en ga naar spelling H6

Slide 3 - Diapositive

Wanneer zet je een komma?
- Tussen twee persoonsvormen:
Als jij de groente snijdt, bak ik het vlees.

Slide 4 - Diapositive

Wanneer zet je een komma?
- Tussen twee persoonsvormen:
Als jij de groente snijdt, bak ik het vlees.
- Tussen delen van een opsomming (niet voor en):
Rianne spreekt Nederlands, Engels en Duits. 

Slide 5 - Diapositive

Wanneer zet je een komma?
- Tussen twee persoonsvormen:
Als jij de groente snijdt, bak ik het vlees.
- Tussen delen van een opsomming (niet voor en):
Rianne spreekt Nederlands, Engels en Duits. 
- Tussen een naam of een uitroep:
Heb jij je huiswerk af, Ewoud?, Stop eens, mijn band is lek!

Slide 6 - Diapositive

Wanneer zet je een komma?
- Tussen twee persoonsvormen:
Als jij de groente snijdt, bak ik het vlees.
- Tussen delen van een opsomming (niet voor en):
Rianne spreekt Nederlands, Engels en Duits. 
- Tussen een naam of een uitroep:
Heb jij je huiswerk af, Ewoud?, Stop eens, mijn band is lek!
- Voor signaalwoorden als: maar, omdat, doordat, nadat voordat, et cetera:
Jody wil graag naar een restaurant, maar ik bestel liever iets.

Slide 7 - Diapositive

Wanneer een dubbele punt?
- Een dubbele punt gebruik je als je iets aankondigt, bijvoorbeeld:
Rianne spreekt vier talen: Nederlands, Duits, Engels en Frans.
We eten elke dag twee stuks fruit: dat is gezond.
Vader zei: 'Ik zet de vuile borden in de vaatwasser'.

Slide 8 - Diapositive

Wanneer aanhalingstekens?
Je gebruikt aanhalingstekens bij de directe rede. Dat is wanneer je letterlijk iemands tekst herhaalt, ook wel: citaat.

Mijn vader zei: "Ik zet de vieze borden wel in de vaatwasser."
"Ik zet de vieze borden wel in de vaatwasser", zei hij.

Slide 9 - Diapositive

Aan de slag!
- Maken opdracht 1 t/m 3 
- Wissel antwoorden uit met je buurman of -vrouw en vergelijk



Klaar? Haal een blad met extra oefenzinnen op.


Slide 10 - Diapositive