08-12 3hv2 Present simple + present continuous

3HV2: welcome!
please have a seat and get your things
In this class we...

- finish our work
- raise our hands 
- we wait for our turn to speak
- we can listen to music if the teacher thinks we deserve it
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

3HV2: welcome!
please have a seat and get your things
In this class we...

- finish our work
- raise our hands 
- we wait for our turn to speak
- we can listen to music if the teacher thinks we deserve it

Slide 1 - Diapositive

Planning of today

- Grammar: Present simple & present continuous
- Catch-up or Self-test
- Extra practise 

Slide 2 - Diapositive

(regelmatig of soms)
(altijd)

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Present simple:

Wat is de regel van de present simple?
A
ww + - ed
B
shit = bij she/he/it : ww +-(e)s
C
vorm van to be + ww+-ing

Slide 6 - Quiz


Wanneer gebruik je de present simple?
A
Om te zeggen dat iets nu gebeurt
B
In het verleden om aan te geven dat iets voorbij is
C
Bij feiten, gewoontes en dingen die met regelmaat gebeuren

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive


Present Continuous
Wanneer gebruik je de Present Continuous?
A
Wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
B
Wanneer iets nu bezig of aan de gang is.
C
Wanneer iets in het verleden is gebeurd.
D
Wanneer iets in het verleden is begonnen en nu nog bezig is.

Slide 12 - Quiz

Wat zijn signaalwoorden voor de present continuous?
A
(right) now, at the moment
B
already, yet, since, for, just
C
last week, in 1962, three years ago
D
always, ever, never, often, usually, every day

Slide 13 - Quiz

Present continuous:

Wat is de regel van de present continuous?
A
hele ww+ -ed
B
shit = hele ww+ -s
C
vorm van to be (am/are/is) + hele ww+ -ing

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

Present Simple <> Present Continuous
She usually __________ (walk) to school.
A
walks
B
is walking

Slide 16 - Quiz

Usually = normaal gesproken. Het geeft dus een gewoonte aan = present simple!

Slide 17 - Diapositive

Present Simple <> Present Continuous
Look! He _______ (leave) the house.
A
leaves
B
is leaving

Slide 18 - Quiz

Look! Is een signaalwoord voor de present continuous!

Slide 19 - Diapositive

I usually ... (work) as a cashier but this week I ...( bake) bread.
A
worked - have baked
B
work - am baking
C
have worked - bake
D
had worked - baked

Slide 20 - Quiz

Usually = normaal gesproken, dus simple present
BUT this week (uitzondering): iets wat alleen deze week gebeurt = present continuous

Slide 21 - Diapositive

Present simple:

Present continuous:
Wat: tegenwoordige tijd, om aan te geven dat iets soms, nooit of regelmatig gebeurt. Het gaat om feiten, gewoontes of zaken die regelmatig gebeuren.

Te herkennen aan:  woorden als sometimes, always, never, often, regularly,  every Friday etc.

Hoe: 
+ zin: SHIT-regel: SHE, HE, IT + ww-(e)s
? zin: SHIT-regel: SHE, HE, IT + do/does
- zin: SHIT-regel: SHE, HE, IT + don't/doesn't
Wat: tegenwoordige tijd, om aan te geven dat iets in het heden op dat moment aan de gang is


Te herkennen aan:  woorden als right now, at the moment etc.


Hoe: 
AM, ARE of IS + ww-ing

Slide 22 - Diapositive

Work to do:

- Self-test (2.5) -> Oefentoets
- Catch up (2.6)

Finished?
- Study for the test! Until 10:05)

  • Zelfstandig, in stilte (oortjes mogen in)
  • Vragen? Stel ze!

Slide 23 - Diapositive

Homework:

- Self-test (2.5) -> Oefentoets
- Catch up (2.6)

- Study for the test

Slide 24 - Diapositive