3.5 De Vikingen
1 / 16
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
De Vikingen kwamen ook uit Ijsland.
A
Goed
B
Fout
Slide 2 - Quiz
1. Woord Vikingen is hetzelfde als Noormannen
2. Dorestad was een rijke stad.
2. Dorestad was een rijke stad.
A
beide goed
B
beide fout
C
1 = fout en 2 = goed
D
1 = goed en 2 = fout
Slide 3 - Quiz
Hoe heet de Noorman die naar Amerika zeilde?
Slide 4 - Question ouverte
Hoe heten de landen Denemarken, Zweden en Noorwegen ook wel?
Slide 5 - Question ouverte
De Vikingen waren vooral ook handelaars en ontdekkers.
A
goed
B
fout
Slide 6 - Quiz
De oudste zoon erfde het grootste stuk land, de anderen kinderen kregen ook een klein stukje land.
A
goed
B
fout
Slide 7 - Quiz
De Vikingen hadden geen contact met de plaatselijke bevolking.
A
goed
B
fout
Slide 8 - Quiz
Welk land hoort niet in het rijtje thuis?
A
Noorwegen
B
Denemarken
C
Zweden
D
Rusland
Slide 9 - Quiz
De Vikingen bleven in Frankrijk en Engeland vasthouden aan hun eigen geloof,.
A
goed
B
fout
Slide 10 - Quiz
Welke hoort niet in het rijtje thuis?
A
Freya
B
Wodan
C
Mars
D
Donar
Slide 11 - Quiz
Ugly is van oorsprong een
A
Frans woord
B
Deens woord
C
Engels woord
D
Zweeds woord
Slide 12 - Quiz
Dorestad werd geplunderd door de
A
Denen
B
Noren
C
Zweden
D
IJslanders
Slide 13 - Quiz
Walhalla is
A
het hiernamaals
B
de naam van een boot
C
de hemel
D
een schip
Slide 14 - Quiz
De vikingen waren van oorsprong
A
boer
B
indianen
C
ridders
D
rendierjagers
Slide 15 - Quiz
Dorestad ligt in
A
Friesland
B
Overijssel
C
Utrecht
D
Limburg
