§5.1 Inkomsten en uitgaven.

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Inkomsten & uitgaven

5.1 inkomsten en uitgaven

Leerdoelen:

• Ik kan benoemen welke inkomsten en uitgaven een huishouden heeft.

Maak een top drie van wat je dit jaar nog wilt kopen.

Prioriteiten stellen

• Dus: behoeften zijn onbeperkt!
• We moeten kiezen wat het belangrijkste is.....
• .... dat noemen we prioriteiten stellen

Tijd is ook beperkt

2. Persoonlijke uitgaven

Persoonlijke uitgaven

Kleinere uitgaven bestemd voor één persoon uit een gezin.

Huishoudelijke uitgaven 

Uitgaven voor de normale

boodschappen voor het 

huishouden.

Een voorbeeld van 'huishoudelijke uitgaven':

1. Voetbalschoenen
2. Een nieuwe fiets
3. Wasmiddel
4. Wortels

Huishoudelijke uitgaven

persoonlijke uitgaven

 verbruiksgoederen

Verbruiksgoederen worden maar 1 keer gebruikt

Bijv brood, zeep, kaas, elektrichiteit enz.

Verbruiksgoederen

Gebruiksgoederen

Wat is een voorbeeld van verbruiksgoederen

1. hometrainer
2. wasmachine
3. tv
4. pizza

huiswerk Paragraaf 1

Het huiswerk 1 t/m 9 voor volgende week maandag. BOEK B

Rustig overleggen met de buurman of buurvrouw mag.

Je krijgt hier ongeveer tot 5 minuten tot het einde van de les.

LAPTOPS NIET AFSLUITEN

verbruiksgoederen

gebruiksgoederen