Brugklas semaine 22 les

• Frans
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Programme

récapitulation

nakijken le bilan

voorbereiden toets

Le programme d'aujourd'hui:

Aanwezigheid + Cahier Francais bij je?

• Overhoring woordjes 1D en 1F 
• Stamboom inleveren
• Jezelf voorstellen (pag. 9)
• Maken opdracht 24, 25 en 26 pagina 23 en 24 
• La fermeture du cours (= afsluiting) HW = les devoirs

Na deze les: 

Kan ik mezelf voorstellen in het Frans.

Ik kan zeggen hoe ik heet, hoe oud ik ben en waar ik woon.

Groeten

[bon-zjoer]

[sá-lú]

Hoe zeg je in het Frans hoe je heet?

1. Je m'appelle...........
2. J'appelle ........
3. Mon nom est.............
4. Mon nom appelle

Hoe zeg je in het Frans: Ik woon in Hilvarenbeek.

1. Je suis à Hilvarenbeek.
2. J'habite à Hilvarenbeek.
3. Je habite à Hilvarenbeek.
4. Elle habite à Hilvarenbeek.

Hoe zeg je in het Frans: Ik ben 12 jaar.

1. Je ai 12 ans.
2. Je suis 12 ans.
3. J'ai 12 ans.

Aimer, adorer, détester, préférer 

Deze werkwoorden drukken gevoelens uit. 

  + Houden van = aimer

++ Dol zijn op = adorer

 -- Een hekel hebben aan = détester 

     Liever hebben = préférer

Je déteste la pluie.

C'est moi.

J'aime faire du Stand Up Paddle. (SUP)

C'est ma soeur.

Elle aime faire du hockey.

Leesopdrachten

Maken opdracht 24, 25 en 26 pagina 23,24, 25

Opdracht 15

opdracht 15:

maak 8 zinnen bij 8 plaatjes

vertaal in het Frans: Dit is ....(bv. mijn tante) C'est ma tante.

Zij houdt van/dol op koken. Elle aime cuisiner.

Les devoirs

Leren 2B en 2C

Inleveren maandag 6 maart: opdracht 5 via mail docent