AK4_ Kaartvaardigheden 1

Kaartvaardigheden
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Kaartvaardigheden

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je weet welke 4 onderdelen altijd op een kaart moeten staan.
  • Je kunt meten en rekenen met de schaal op een kaart. 
  • Je weet wat het verschil is tussen absolute afstand en relatieve afstand
  • Je weet wat een grootschalige kaart en een kleinschalige kaart is. 

Slide 2 - Diapositive

Wat is een kaart eigenlijk?
  • Is een verkleinde en vereenvoudige weergave van een gebied. 

Slide 3 - Diapositive

Kenmerken van kaarten
Voor kaartlezen heb je vier dingen nodig:

  • titel
  • legenda
  • schaal
  • noordpijl
De gene die de kaart 
maakt noemen we 
een cartograaf

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

In CM, Meter en KM????
Schrijf dit op papier op

Slide 10 - Diapositive

Antwoord oefening 
  • CM= 250.000
  • M=  250.000 : 100= 2.500
  • KM: 250.000 : 100.000= 2,5
  • Gemeten afstand= 6 cm
  • Werkelijke afstand= 2,5 x 6= 15km

Slide 11 - Diapositive

Schaalniveaus
schaalniveaus: Hoe groot is het gebied is dat je bekijkt.

Mondiaal: heel de wereld
Internationaal: meerdere landen /  een continent
Nationaal: een land
Regionaal: een provincie of stad met omgeving
Lokaal: een straat, wijk of klein gebied.

Slide 12 - Diapositive

Deze kaart is op ... schaalniveau weergegeven.

Slide 13 - Question ouverte

Deze kaart is op ... schaalniveau weergegeven.

Slide 14 - Question ouverte

Kijk goed.
Deze kaart is op ... schaalniveau weergegeven.

Slide 15 - Question ouverte

absolute afstand
  • kilometers
  • hemelsbreed
  • rechte lijn
  • ALTIJD HETZELFDE

Slide 16 - Diapositive

relatieve afstand
  • tijd
  • moeite
  • kosten
  • HEEL VERSCHILLEND

Slide 17 - Diapositive

  • Grootschalige kaart:
  • Is gedetailleerd en zoomt in op een klein gebied, zoals een kaart van Terschelling.
  • Kleinschalige kaart:
  • Is heel algemeen en laat een groot gebied zien, zoals een kaart van Nederland 

Grootschalige kaart
Kleinschalige kaart 

Slide 18 - Diapositive

Opdracht
  1. Een goede kaart heeft vier kenmerken. Welke kenmerken missen op deze kaart?
  2. Geef de kaart zelf een passende titel.
  3. Wat is de hoofdstad van Zwitserland? Hoe zie je dat?
  4. Op welk schaalniveau is deze kaart weergegeven?
  5. Waar is Zwitserland liggen de Alpen (bergen)? Leg je antwoord uit.
timer
5:00
Schrijf je antwoorden op! Vijf minuten, dan bespreken samen.

Slide 19 - Diapositive

Opdracht
  1. Een goede kaart heeft vier kenmerken. 
  2. Geef de kaart zelf een passende titel.
  3. Wat is de hoofdstad van Zwitserland? Hoe zie je dat?
  4. Wat voor soort kaart is dit? Leg uit!
  5. Op welk schaalniveau is deze kaart weergegeven?
  6. Waar in Zwitserland liggen de Alpen (bergen)? Leg je antwoord uit.
timer
5:00
1. Titel, Legenda, (Noordpijl)
2. Hoogtekaart Zwitserland
3. Bern, onderstreept
4. Nationaal
5. Zuiden

Slide 20 - Diapositive

Zelf doen!
Teken in 5 minuten tijd een kaart waarop alle 4 onderdelen van een kaart staan.

Slide 21 - Diapositive