Politiek en samenleving

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Burgers en stoommachines

Politiek en samenleving

M/H: paragraaf 3.3

Industriele revolutie

In de 19e eeuw

Leerdoelen

1. Je kan vijf politieke stromingen benoemen en uitleggen

2. Je kan uitleggen waardoor de positie van vrouwen veranderde

Socialisten

• Overheid moet er alles aan doen om arbeiders te beschermen

• Betere arbeidersomstandigheden (o.a. meer loon)

• Om dit te bereiken: strijd voor algemeen kiesrecht (ook met stakingen en demonstraties)

• Links in de politiek

Confessionelen

• Confessie = geloof (Protestant/Rooms-katholiek)

• Ongelijkheid, omdat God het zo wil

• Bijzondere scholen moesten ook geld krijgen van de overheid
  
  
• Midden in de politiek 

Liberalen

• Nachtwakersstaat: overheid zorgt alleen voor orde en veiligheid

• Economie helemaal vrij laten

• Sociale wetten kosten teveel geld

• Rechts in de politiek

Feminisme

• Vrouwen die opkomen voor de (gelijke) rechten van de vrouw
• Zoals kiesrecht en het worden toegelaten op universiteiten

Vereeniging voor 

Vrouwenkiesrecht (VVVK)

- Wilhelmina Drucker
- Aletta Jacobs

Conservatieven

• 'Onfatsoenlijk'
  
  
• 'Alles moet het zelfde blijven'

• 'De rol van de vrouw is binnenshuis'

• 'Politiek is geen plek voor vrouwen'

Video

Vroeger en zo: Aletta strijdt voor vrouwen

Burgers en stoommachines

Politiek en samenleving

M/H: paragraaf 3.3 

Programma

1. Herhaling: quizv over de vorige les 

2. Nieuwe uitleg (aantekeningen)

3. Werken uit het boek

Wat is socialisme?

1. Streven naar een samenleving met zoveel mogelijk vrijheid
2. Streven naar een maatschappij zonder bestuur
3. Streven naar een samenleving waarin mensen een bestuur kiezen
4. Streven naar een samenleving met zoveel mogelijk gelijkheid

Wie zijn de aanhangers van het socialisme in de 19e eeuw?

1. Arbeiders
2. Boeren
3. Rijke burgers
4. Adel

Welke woorden horen bij socialisme?

1. Gelijkheid, algemeen kiesrecht, verdeling rijkdom
2. Gelijkheid, geloof, ieder voor zich, algemeen kiesrecht
3. Arbeiders, geloof, armoede, sociale kwestie
4. Arbeiders, vereniging, schoolstrijd, overheid

Wie was de grondlegger (bedenker) van het socialisme?

1. 
2. 
3. 
4. 

Wat is het kernwoord van het socialisme?

1. Vrijheid
2. Gelijkheid
3. Alles bij het oude houden
4. Geloof

Wat is geen confessionele partij in Nederland?

1. CU
2. SGP
3. CDA
4. PVV

Wat zijn confessionelen?

1. Politieke partijen met een geloof
2. Politieke groep die meer vrijheid wil
3. Politieke groep die strijd voor gelijkheid tussen mannen en vrouwen
4. Politieke groep die meer gelijkheid wil

Confessionelen in de 19e eeuw en de mening over vrouwenkiesrecht?

1. Ja!
2. Twijfel
3. Nee!

De confessionelen zijn de?

1. Liberalen en socialisten
2. Liberalen en katholieken
3. Katholieken en protestanten
4. Protestanten en socialisten

Wie waren de liberalen?

1. De geestelijken
2. De koningsgezinden
3. De arbeiders
4. De rijken

Liberalen willen?

1. Vrijheid voor de bevolking
2. Meer rechten voor de arbeiders

Liberalen waren over het algemeen:

1. Ondernemers
2. Arbeiders

Wat hoort niet bij de liberalen?

1. vrijheid
2. fabrikanten
3. gelijkheid
4. rijke burgers

Wat willen liberalen?

1. Dingen behouden zoals ze zijn
2. Mensen moeten hun eigen keuzes maken
3. Dat alles van iedereen is
4. De overheid moet zich zo min mogelijk bemoeien met de economie

Belangrijkste doel van het feminisme in de 19e eeuw?

1. Gelijk loon man-vrouw
2. Recht vrouw om buitenhuis te mogen werken
3. Algemeen kiesrecht
4. Er was geen feminisme in de 19e eeuw

Is de tekenaar een voor- of tegenstander van het feminisme?

1. Voorstander
2. Tegenstander

Met het vrouwenkiesrecht in 1919 eindigde het feminisme?

1. Juist
2. Onjuist

De sociale kwestie

 = de discussie over de werk- en leefomstandigheden van de arbeiders.

De socialisten vonden dit heel erg belangrijk, want ze wilde dit verbeteren!

1880

1900

Langzaam verbetering

•  1874: Kinderwetje van Van Houten
  

• 1900: Leerplichtwet 
  
  
•  1901: Woningwet 

• 1917: Algemeen Kiesrecht voor mannen

• 1919: Algemeen kiesrecht voor vrouwen

Zelfstandig werken

- Lees (M/H) paragraaf 3.3

- M/H: maak opdracht 1 t/m 4