Paragraaf 3.2 deel 2 Amsterdam stapelmarkt van de wereld

Paragraaf 3.2 Amsterdam stapelmarkt van de wereld
Klas 2F
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 55 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 3.2 Amsterdam stapelmarkt van de wereld
Klas 2F

Slide 1 - Diapositive

Planning
  1. Leerdoelen
  2. Uitleg paragraaf 3.2
  3. Bespreken toets
  4. Maken opdrachten
  5. Controleren leerdoelen  

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je begrijpt wat het begrip handelskapitalisme betekend 
  • Je kunt tenminste twee motieven noemen voor Joodse en Protestante handelaren om te vluchten naar Amsterdam 
  • Je kunt uitleggen wat commerciele landbouw inhoudt

Slide 3 - Diapositive

Begrippen
Textiel
Alles wat geweven is
Commerciele landbouw 
Boeren werken voor de nijverheid of voor de export en niet alleen meer voor eigen dorp en streek
Gouden Eeuw
Naam voor de lange periode van voorspoed en welvaart voor de Republiek in de zeventiende eeuw 

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Lien

Handelskaptitalisme 
  • Antwerpen leerde Amsterdam handelen
  • Antwerpen importeerde om vervolgens te exporteren
  • Het maken van winst belangrijk
  • Schelde geblokkeerd door de Republiek

Slide 6 - Diapositive

Vraag
(Schrijf dit voor jezelf op) 
Welke twee motieven zouden Protestantse en Joodse handelaren kunnen hebben om van Antwerpen naar Amsterdam te vluchten?

Slide 7 - Diapositive

Immigratie
  • Antwerpen waardeloos als handelsstad
  • Handelaren vluchtten naar de handelsstad in opkomst
  • Twee motieven 
  • Immigranten inversteerden kapitaal in Amsterdam
  • Vluchtelingen uit Duitsland en eigen bevolking groeide

Slide 8 - Diapositive

Vraag
Welke twee motieven zouden Protestantse en Joodse handelaren kunnen hebben om van Antwerpen naar Amsterdam te vluchten?

Slide 9 - Diapositive

Commerciele nijverheid en landbouw
  • Handelskapitalisme drong in hele Republiek door 
  • Steden specialiseerden zich in verschillende zaken. (Leiden en Haarlem produceren textiel, Delft bakt tegels en serviezen etc.)
  • Landbouw richtte zich veel meer op de handel
  • Commerciele landbouw = Markgerichte agrarische bedrijvigheid, hier kon je winst mee maken.

Slide 10 - Diapositive

Binnenlands verkeer
  • Schepen en boten werden ook gebruikt voor binnenlands verkeer 
  •  De binnenvaart kon uitbreiden en werd gemoderniseerd 
  • Ook rijtuigen werden gebruikt 
  • Na al deze uitvindingen begon voor de Republiek een periode van welvaart: de Gouden Eeuw

Slide 11 - Diapositive

Tijdlijn 
Spanjaarden veroveren Antwerpen, schelde afgesloten
1585
16e eeuw: Amsterdam wordt stapelmarkt
16e en 17e eeuw: Amsterdamse grachtengordel wordt aangelegd. Inpolderingen

Slide 12 - Diapositive

Bespreken toets
  • Wat? We bespreken de vragen van de toets snel
  • Hoe? Als je een vraag hebt over je eigen antwoord bewaar je die tot na het bespreken
  • Hulp? Na het bespreken kun je naar me toe komen met vragen
  • Tijd? Max. 15 minuten
  • Uitkomst? Toets nabesproken
  • Klaar? Aan de slag met de werkwijzer

Slide 13 - Diapositive

Aan het werk
  • Wat? Ga aan de slag met je werkwijzer. We hebben vandaag het tweede deel van paragraaf 3.2 behandeld. Kies of je aan de slag gaat met de samenvatting, opdrachten of de PO.
  • Hoe? In je werkboek, in je schrift met behulp van je werkwijzer.
  • Hulp? De docent en je boek.
  • Tijd? 20 min.
  • Uitkomst? Alvast bezig met de toetsvoorbereiding. 
  • Klaar? Ga verder met het volgende gedeelte van de werkwijzer. 

Slide 14 - Diapositive

Wat betekend het begrip handelskapitalisme?
A
Handelaars streven ernaar om zoveel mogelijk te verhandelen
B
Mensen geven geld uit/ kopen handelswaar
C
Mensen laten zich omscholen tot handelaar
D
Handelaars streven ernaar winst te maken op een markt

Slide 15 - Quiz

Waarom werd Antwerpen waardeloos als handelsstad?

Slide 16 - Question ouverte

Wat houdt commerciele landbouw in?

Slide 17 - Question ouverte

Volgende les 
  • Paragraaf 3.3
  • Hou je werkwijzer goed bij

Slide 18 - Diapositive