Past Simple & Rresent Perfect + Irregular verb

Friday, 25 June 2021
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Friday, 25 June 2021

Slide 1 - Diapositive

Plan
  • Grammar recap (Past Simple)
  • New Grammar (Present Perfect)
  • Exercise(s)
  • Homework

Slide 2 - Diapositive

Lesson Aim
  • Weet je wat de Present Perfect is
  • Weet je hoe je de Present Perfect maakt
  • Kun je kiezen voor het juiste antwoord in de Present Perfect
  • (- Kun je de Present Perfect zelf maken)

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Practice time
Bladzijde 65-69
Oefening 11 A + B, 12A, 13, 14, 15, 16, 17
timer
15:00

Slide 5 - Diapositive

Exc.8 , page 13

Slide 6 - Diapositive

Exc.9B , page 13

Slide 7 - Diapositive

Exc.9C , page 14

Slide 8 - Diapositive

Last week
Present perfect

Wanner gebruik je de present perfect?

Hoe maak je de present perfect?

Slide 9 - Diapositive

Present Perfect

Slide 10 - Diapositive

Present Perfect 

Slide 11 - Diapositive

Present perfect 

Slide 12 - Diapositive

Present perfect

Slide 13 - Diapositive

Present Perfect


Signaalwoorden voor de Present Perfect zijn:

  • always
  • never
  • ever
  • for
  • since
  • how long


Slide 14 - Diapositive

Present perfect 
Form

have / has + voltooid dw

- verb + ed 
- 3de rijtje onregelmatige ww
When to use it?
- acties die in het verleden zijn begonnen en die nu nog doorlopen/ waarvan je nu resultaat van merkt 
- praten over iemands ervaringen
Signaalwoorden
For, Yet, Never, Ever, Just, Already, Since (FYNE JAS)

Slide 15 - Diapositive

Wat is de present perfect?
A
tegenwoordige tijd
B
voltooide tijd
C
verleden tijd
D
toekomende tijd

Slide 16 - Quiz

Present Perfect:
Schrijf 2 signaalwoorden voor de present perfect

Slide 17 - Question ouverte

Wat is de present perfect?
A
walked
B
have walked

Slide 18 - Quiz

Wat is hier de present perfect
A
I live in USA.
B
I have lived USA.
C
I lived in USA.
D
I am living in USA.

Slide 19 - Quiz

PRESENT PERFECT:
in welke zin wordt de present perfect hieronder gebruikt?
A
Have I lived in USA for 2 years?
B
Did I live in USA when I was young?

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

Fill in the gap:
He ... (tell) me about his aunt.
A
telled
B
told
C
tolded
D
teld

Slide 22 - Quiz

Fill in the gap:
We ... (think) he was a criminal.
A
thinked
B
thinkd
C
tought
D
thought

Slide 23 - Quiz

Fill in the gap:
James ... (break) a window.

Slide 24 - Question ouverte

Present Perfect

Make: Exc, 17 A/B, page 21 
Exc.24, page 24
Exc. 40 A, page 35

Slide 25 - Diapositive

Homework
Tuesday 29 June 2021

  • Study the irregular verbs! 
  • page 162 WB




Slide 26 - Diapositive