l'adverbe

les
adverbes
de
manière
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3-5

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

les
adverbes
de
manière

Slide 1 - Diapositive

een bijwoord zegt iets van:

1.     een werkwoord
2.    een bijvoeglijk naamwoord
3.    een andere bijwoord
4.    een hele zin

Slide 2 - Diapositive

In het Nederlands hebben we geen aparte vorm voor het bijwoord:

Dat is een goed boek >> goed is een bijvoeglijk naamwoord

Hij zingt goed. >> goed is een bijwoord.

Slide 3 - Diapositive

maar ja...... het Frans heeft natuurlijk wel een aparte vorm voor het bijwoord. 
Je moet dus wel goed kunnen ontleden......

Slide 4 - Diapositive

om een (modaal) bijwoord te maken heb je nodig:

het bijvoeglijk naamwoord
+
het achtervoegsel ment

Slide 5 - Diapositive

HOE WERKT HET?

Als het bijvoeglijk naamwoord eindigt op een klinker:
bijv.nw+ ment      poli (beleefd) wordt dan poliment,
                                  facile wordt facilement
Als het bijvoeglijk naamwoord eindigt op een medeklinker:
eerst vrouwelijk maken dan + ment
actif >> active >> activement
heureux  >> heureuse >> heureusement
doux >> douce >> doucement

Slide 6 - Diapositive

mais!!

bien sûr il y a des exceptions: Regardez la vidéo

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

dus: constant  > constamment
          élégant    >  élégamment
          prudent    >  prudemment

uitzondering: lent > lentement (dus eigenlijk weer de hoofdregel)

Slide 9 - Diapositive

et...
il y a des adverbes qui ont une forme spéciale:
bon >> bien                                                                goed, lekker
meilleur >> mieux                                                     beter, lekkerder
mauvais >> mal                                                         slecht
gentil >> gentiment                                                 aardig
long >> longtemps/longuement                         lang
rapide >> rapidement/ vite                                     snel


Slide 10 - Diapositive

Er zijn ook bijwoorden die niet van een bijvoeglijk naamwoord worden afgeleid omdat daar geen bijvoeglijk naamwoord van bestaat:

beaucoup (veel)
très (erg)
souvent (vaak)
parfois (soms)
trop ( te, te veel)

Slide 11 - Diapositive

avantage: 


les adverbes sont invariables.....

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord of bijwoord? Geef de juiste vorm.
Taylor Swift est une (goed) chanteuse

Slide 15 - Question ouverte

bijvoeglijk naamwoord of bijwoord?
Geef de juiste vorm:
Taylor Swift chante (goed)

Slide 16 - Question ouverte

Bijvoeglijk naamwoord of bijwoord?
Geef de juiste vorm:
Paul parle toujours (kalm)

Slide 17 - Question ouverte

Bijvoeglijk naamwoord of bijwoord?
Geef de juiste vorm.
Paul est toujours (kalm)

Slide 18 - Question ouverte

donne l'adverbe
des adjectifs entre parenthèses

Slide 19 - Diapositive

J'ai rencontré (récent) un curieux personnage ;

Slide 20 - Question ouverte

c'était un martien qui parlait (courant) notre langue.

Slide 21 - Question ouverte

Si tu avais entretenu ta voiture plus (régulier), cela ne serait pas arrivé.

Slide 22 - Question ouverte

Le pauvre Tobby a eu un accident, il a été ( sérieux) blessé

Slide 23 - Question ouverte

Les nains partent au travail en chantant. Blanche Neige leur dit (gentil) 'Au revoir !'

Slide 24 - Question ouverte

(malheureux) elle est tombée malade après avoir mangé la pomme empoisonnée

Slide 25 - Question ouverte

Le Prince Charmant est venu et a embrassé (tendre) Blanche Neige sur la bouche

Slide 26 - Question ouverte

Slide 27 - Diapositive