Werkwoordspelling vt en vdbn

Werkwoordspelling
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1-4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Werkwoordspelling

Slide 1 - Diapositive

Doelen
Aan het einde van deze lessen:

- kun je persoonsvormen in de verleden tijd juist spellen;
- kun je het voltooid deelwoord juist spellen;
- kun je een bijvoeglijk naamwoord van een      
   voltooid deelwoord juist spellen.

Slide 2 - Diapositive

Werkwoorden in de vt
1. Infinitief -en
2. Laatste letter in 't SEXY FOKSCHAAP?
3. Ja: STAM +te (+n bij meervoud)
    Nee: STAM +de (+n bij meervoud)

Slide 3 - Diapositive

Dus:
     Zit de laatste letter van de infinitief -en WEL in 't kofschip?        schrijf dan          te / ten                             fietsen                 fietste

      Zit de laatste letter van de infinitief -en NIET in 't kofschip?        schrijf dan         de / den                               bellen                    belde

Slide 4 - Diapositive

De politie... (verrichten) wekenlang onderzoek naar de inbraken.

Slide 5 - Question ouverte

Terwijl ik... (tobben) over mijn uitslag,... (krassen) Hilal haar naam in het tafelblad.

Slide 6 - Question ouverte

Deze ochtend... (landen) het vliegtuig op Zaventem.

Slide 7 - Question ouverte

De nieuwe koning... (bekleden) niet lang de troon.

Slide 8 - Question ouverte

De jongens... (vergroten) hun voorsprong tijdens de veldloop.

Slide 9 - Question ouverte

Voltooid deelwoord
Hulpwerkwoorden (hebben, zijn of worden)
Voorvoegsels: ge - be - ver - ont
                    +STAM
                    +D/T
Laatste letter in 't SEXY FOKSCHAAP?
    Ja: +t    
    Nee: +d

Slide 10 - Diapositive

Even oefenen
1. De jongens zijn gisteren (verhuizen).
2. We hebben vanmorgen een potje (voetballen).
3. Heb je dat hele stuk (fietsen)?
4. Ik heb zijn verhaal nooit (geloven).
5. Heb je lekker (chillen)?  

Slide 11 - Diapositive

De familie is gisteren... (verhuizen).

Slide 12 - Question ouverte

Waarom werd zijn uitleg altijd... (geloven)?

Slide 13 - Question ouverte

Heb jij tijdens de vakantie lekker... (chillen)?

Slide 14 - Question ouverte

Werkwoord als bn.
Sommige woorden zijn afgeleid van een werkwoord. 
Ik ben altijd de gebeten hond. (van een voltooid deelwoord)
De bijtende hond werd gevangen door zijn baas. (van een onvoltooid deelwoord)

Schrijfwijze: altijd zo kort en eenvoudig mogelijk. 

Slide 15 - Diapositive

Werkwoord als bn.
Voltooid deelwoord op -en? --> vdbn ook op -en 
               De deur is gesloten. --> De gesloten deur. 

Voltooid deelwoord op -d of -t? --> vdbn maken door +e 
                                                                          zo kort mogelijk.

Slide 16 - Diapositive

Het ... (verbreden) fietspad is mooi aangelegd.

Slide 17 - Question ouverte

De ... (verbazen) man zat achter in de klas te kijken naar de geweldige docent.

Slide 18 - Question ouverte

Het... (downloaden) bestand... (bevatten) een virus.

Slide 19 - Question ouverte

... (ontbloten) buiken zijn niet toegelaten op school.

Slide 20 - Question ouverte

Ik (waxen) mijn benen gisteravond.

Slide 21 - Question ouverte

De buren hebben hun eigen truien (breien).

Slide 22 - Question ouverte

Hoe oud (worden) je tante morgen?

Slide 23 - Question ouverte

De (vergroten) foto hangt aan de muur.

Slide 24 - Question ouverte