5.2 Investeren en financieren (2 lessen)

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

5.2 Investeren en financieren

De balans

Leerdoelen 5.2

- Weten wat en investeringsbegroting is (deze les)

- De balansposten kennen (debet) (deze les)

- Weten wat een balans is en kunnen opstellen (beide lessen)

- Weten wat en financieringsbegroting is (volgende les)

- De balansposten kennen (credit) (volgende les)

Investeringsbegroting

= Spullen nodig voor start van de onderneming

- Inkopen van goederen

Dit worden bezittingen

Financieringsplan/begroting

= Overzicht van hoeveel geld en waar het vandaan komt (bij de start)

Dit worden de schulden

Beginbalans

Investerings- en financieringsbegroting vormen de beginbalans

Balans

Balans:

• Bezittingen

        links van de balans

        debetzijde (activa)

• Schulden

        rechts van de balans
        creditzijde (passiva)

De balans is altijd in balans en is een momentopname!

Debet (bezittingen=activa)

Vaste activa (langer dan 1 jaar mee)

Vlottende activa (korter dan 1 jaar)

Liquide middelen (geld)

Bezittingen (debet)

Vaste activa                            gaan langer dan 1 jaar mee

• bedrijfspand                   als je deze koopt!
• bedrijfswagen               als je deze koopt!
• inventaris

Vlottende activa                  gaan korter dan 1 jaar mee

• voorraad goederen
• debiteuren                      klanten die producten hebben gekocht maar nog niet hebben betaald

Liquide activa                       betaalmiddelen

• bank
• kas

Debiteuren en crediteuren

Debiteuren: dit zijn klanten waar je nog geld van krijgt = bezit (debet)

Crediteuren: dit zijn leveranciers waar jij als bedrijf nog geld aan moet betalen = schuld (credit) 

Balansposten

Wat is inventaris:
Alles wat je nodig hebt in je bedrijf
en dat je niet verkoopt. 

Valt onder de vaste activa ( gaat langer dan
een jaar mee )

Schulden

Eigen vermogen                  'schuld' aan de eigenaren

Lang vreemd vermogen   schulden met een looptijd langer dan 1 jaar

• hypotheek                        lening (schuld) met onderpand (zoals een gebouw)
• onderhandse lening    lening (schuld) bij vrienden of familie
• banklening                      lening (schuld) bij de bank 

Kort vreemd vermogen    schulden met een looptijd korter dan 1 jaar

• crediteuren                     leveranciers die producten hebben geleverd die je nog moet betalen

Huiswerk

Maken van paragraaf 5.2: opdracht 19 t/m 22.

Inboedel = Inventaris