a3a 13/12

le treize décembre
- vocabulaire  8
- klassikaal tekst 3 en tekst 4
- examenflow : examen 2018 vmbo-T


1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

le treize décembre
- vocabulaire  8
- klassikaal tekst 3 en tekst 4
- examenflow : examen 2018 vmbo-T


Slide 1 - Diapositive

vertaal het woord tussen haakjes in. Gebruik kleine letters en zet géén punt achter het woord.

Ils adorent cette (émission)

Slide 2 - Question ouverte

vertaal het woord tussen haakjes in. Gebruik kleine letters en zet géén punt achter het woord.

Elles ont (fait du babysitting)

Slide 3 - Question ouverte

vertaal het woord tussen haakjes in. Gebruik kleine letters en zet géén punt achter het woord.

Mon fr1ère est roi du (télécommande)

Slide 4 - Question ouverte

vertaal het woord tussen haakjes in. Gebruik kleine letters en zet géén punt achter het woord.

Je t'attends au bas de la (descente)

Slide 5 - Question ouverte

vertaal het woord tussen haakjes in. Gebruik kleine letters en zet géén punt achter het woord.
Max est devenu (champion du monde) hier!

Slide 6 - Question ouverte

vertaal het woord tussen haakjes in. Gebruik kleine letters en zet géén punt achter het woord.

Hamilton était (son adversaire).

Slide 7 - Question ouverte

vertaal het woord tussen haakjes in. Gebruik kleine letters en zet géén punt achter het woord.

(l'équipe) de Red-Bull était trop content!

Slide 8 - Question ouverte

vertaal het woord tussen haakjes in. Gebruik kleine letters en zet géén punt achter het woord.

(le guide) est nécessaire pour une promenade en montagne.

Slide 9 - Question ouverte

vertaal het woord tussen haakjes in. Gebruik kleine letters en zet géén punt achter het woord.

L'avant-centre (tire) au but

Slide 10 - Question ouverte

vertaal het woord tussen haakjes in. Gebruik kleine letters en zet géén punt achter het woord.
Il joue bien pour (un débutant)

Slide 11 - Question ouverte

vertaal het woord tussen haakjes in. Gebruik kleine letters en zet géén punt achter het woord.

Ils ne vont pas (perdre)

Slide 12 - Question ouverte

tekst 3 : Les graffs, c'est superbe
vragen bij deze tekst ; 
4. qu'est-ce que Tilt raconte au premier alinéa?    wat vertelt T in de 1e alinea?
5. qu'est-ce que Tilt explique au 2ieme alinéa?    wat legt T uit in de 2e alinea?
6. à quoi ser le 3ième alinéa?   waartoe dient de derde alinea?
7. qu'est-ce qui a beaucoup contribué au succès de Tilst et de ses amis graffeurs selon le 4ième alinéa - wat heeft veel bijgedragen aan het succes van T en van zijn graffitivrienden volgens de 4e alinea?

Slide 13 - Diapositive

qu'est-ce que Tilt raconte au premier alinéa
* stap 1 : lees de eerste alinea en schrijf steekwoorden op. Let op ontkenningen .
=> devenir graffeur n'a pas toujours été facile
=> convaincre mes parents. Ils s'inquiétaient pour moi......études
=> suivre une formation , pour leur faire plaisir..... j'aimais mieux
=> depuis quelques années .... je graffe les murs des villes du monde
=> j'ai la chance de vivre ma passion 

Slide 14 - Diapositive

qu'est-ce uqe Tilt raconte au premier alinéa?
A
il parcourt le monde pour peindre
B
a l'avenir, il espère devenir prof d'anglais
C
il a beaucoup de fans qui adorent ses graffs
D
ses parents l'ont stimulé à devenir graffeur

Slide 15 - Quiz

5. qu'est-ce que Tilt explique au 2ème alinéa
-a 13 ans : devenir skateur professionnel...passion
- c'est comme ça que j'ai découvert le graffiti
- un jour....
- il était entouré de murs peints.....
- j'aimerais faire cela, moi aussi

Slide 16 - Diapositive

qu'est-ce que TIlt explique au 2e alinéa?
A
comment il a découvert le graffiti
B
où se trouvent les meilleurs endroits pour faire du skate
C
pourquoi il aime faire des graffitis
D
quand il a commencé à faire du skate

Slide 17 - Quiz

a quoi sert le 3eme alinéa
=> entraÎnés
=> presque un  an dans des caves et des garages..... avant d'oser faire des graffitis sur un mur.....
.....c'est un petit milieu, tous les gens se connaissent
-finalement j'ai eu la chance de rencontrer les bons qui m'on permis de faire des progrès

Slide 18 - Diapositive

`a quoi sert le 3ème alinéa? à montrer
A
comment Tilt a réussi à rencontrer les bons graffeurs
B
comment Tilt s'est développé comme graffeur
C
pourquoi Tilt avait du mal à entrer dans le monde des graffeurs
D
pourquoi Tilt n'osait pas faire des graffs dans des caves

Slide 19 - Quiz

qu'est-ce qui a beaucoup contribué au succes de Tilt et de ses amis graffeurs selon le 4ème alinéa?
- j'ai monté une association de graffeurs......
MAIS le succès a vraiment commencé le jour où une célèbre marque de sport nous a contactés pour nous sponsoriser comme des sportifs! ...... on est partis

Slide 20 - Diapositive

qu'est-ce qui a beaucoup contribué au succes de Tilt et de ses amis graffeurs selon le 4ème alinéa?

A
l'argent qu'ils ont reçu d'une marque de sport
B
l'association qu'ils ont monté en Toulouse
C
les cours de graff qu'ils ont donnés à des sportifs célèbres
D
les décors qu'ils ont faits pour des photographes aux EU

Slide 21 - Quiz

geef van elke bewering aan of deze wel of niet overeenkomt met de laatste alinea
=> andere aanpak: eerst bewering lezen, dan bewijs opzoeken in de tekst : 

Slide 22 - Diapositive

1. jammer dat het aanbrengen van graff op veel plekken strafbaar is
A
ja
B
nee

Slide 23 - Quiz

2. Tilt vindt dat hij steeds beter wordt in het maken van graffiti
A
ja
B
nee

Slide 24 - Quiz

3. Tilt vindt het geweldig dat graffiti tegenwoordig als kunst wordt beschouwd
A
ja
B
nee

Slide 25 - Quiz

TEKST 4

Ces singes qui nous touchent

welk kopje hoort bij A?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 26 - Quiz

welk kopje hoort bij b?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 27 - Quiz

welk kopje hoort bij c?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Diapositive

35 De app van supermarkt E.LECLERC biedt verschillende mogelijkheden.
 Wat kun je wel doen met deze app en wat niet?

een boodschappenlijstje maken

A
wel
B
niet

Slide 30 - Quiz

2 extra korting krijgen op je boodschappen


A
wel
B
niet

Slide 31 - Quiz

3 je boodschappen thuis laten bezorgen
A
wel
B
niet

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Diapositive

Wat is vooral bijzonder voor vakantiegangers volgens de eerste alinea?
het eten van gerechten met



A
rauwe groente
B
scherpe kruiden
C
vlees van bepaalde diersoorten

Slide 34 - Quiz

Wat wordt aangeraden in de tweede alinea?
om in tropische landen

A
bij voorkeur bij McDonald’s te eten
B
geen water uit de kraan te drinken
C
minder te eten dan normaal
D
veel fruit te eten

Slide 35 - Quiz