toptop
Welke spelling is juist?
Ik ... moe van spelling.
Ik ... moe van spelling.
A
wordt
B
wort
C
word
1 / 11
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Welke spelling is juist?
Ik ... moe van spelling.
Ik ... moe van spelling.
A
wordt
B
wort
C
word
Slide 1 - Quiz
Welke spelling is juist?
Het [beloven] weer een flinke uitdaging te worden.
A
belooft
B
beloofd
Slide 2 - Quiz
Welke spelling is juist?
Het is de tweede keer, dat dit [gebeuren].
A
gebeurt
B
gebeurd
Slide 3 - Quiz
Welke spelling is juist?
Het [beloven] weer een flinke uitdaging te worden.
A
belooft
B
beloofd
Slide 4 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
oficiële
B
officieële
C
officiële
D
Oficiëlle
Slide 5 - Quiz
overige spelling
Wat is de juiste spelling?
Wat is de juiste spelling?
A
niveaus
B
niveau's
Slide 6 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
lekker
B
leker
C
lekkur
D
lekur
Slide 7 - Quiz
Welke spelling is juist?
Ik ... moe van spelling.
Ik ... moe van spelling.
A
wordt
B
wort
C
word
Slide 8 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
berichje
B
berichtje
C
berigtje
D
berigje
Slide 9 - Quiz
Kies de juiste spelling.
Het is de tweede keer, dat dit [gebeuren].
A
gebeurt
B
gebeurd
Slide 10 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
binnestat
B
binestad
C
binnenstad
D
binnenstat
