§1.5 Rekenen aan mengsels


  • Korte herhaling van de vorige paragrafen
  • Start met paragraaf 1.5
Wat gaan we doen vandaag?
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon


  • Korte herhaling van de vorige paragrafen
  • Start met paragraaf 1.5
Wat gaan we doen vandaag?

Slide 1 - Diapositive

Na deze les ken je de volgende begrippen en kun deze gebruiken in je juiste context:

  • massapercentage en volumepercentage.
  • promillage
  • concentratie
  • oplosbaarheid
Wat weet je na deze les

Slide 2 - Diapositive

Op basis van welke stofeigenschap berusten de volgende scheidingsmethoden? Sleep de methode naar de juiste stofeigenschap.
Dichtheid
Deeltjesgrootte
Oplosbaarheid
Kookpunt
Oplosbaarheid + aanhechtingsvermogen
Bezinken
Centrifugeren
Filtreren
Extraheren
Indampen
Destilleren
Chromatografie

Slide 3 - Question de remorquage

A
B
C
Suspensie
Residu
Filtraat

Slide 4 - Question de remorquage

Sleep de juiste naam, bij de juiste scheidingsmethode.
Adsorberen
Centrifugeren
extraheren
Filtreren
destilleren
indampen

Slide 5 - Question de remorquage

C
B
A
D
Koelwater in
Koelwater uit
Residu
Destillaat

Slide 6 - Question de remorquage

Percentage

Een 100e deel van een stof in een mengsel



Percentage & promilage
Promilage

Een 1000e deel van een stof in een mengsel

Slide 7 - Diapositive

Het percentage van de massa van een bepaalde stof in een mengsel

Zorg ervoor dat de eenheden van het deel en het geheel hetzelfde zijn


Massa percentage

Slide 8 - Diapositive

Een pizza van 325 g bevat 3,98 g zout.
Bereken het massapercentage zout in deze pizza.

  • massa stof = 3,98 g zout
  • massa mengsel = 325 g pizza
  • formule: deel/geheel x 100%
  • formule invullen 3,98g/325g *100% = 1,22 massa%


Een voorbeeld

Slide 9 - Diapositive

Een grote fles grolsch bier (1,5 kg) bevat 73,5 g zuiver alcohol
Bereken het massa percentage alcohol in dit bier

Slide 10 - Question ouverte

bereken het massa percentage van zout
Je lost 3,0 gram zout op in 497 ml water. 1 liter water weegt 1000 gram

Slide 11 - Question ouverte

Het percentage van het volume van een vloeistof of een gas in een mengsel

Zorg ervoor dat de eenheden van het deel en het geheel hetzelfde zijn


Volume percentage

Slide 12 - Diapositive

Wat is het verschil tussen massa% en volume%?

Slide 13 - Question ouverte

Een glas ranja heeft een volume van 250 mL. De ranja bestaat voor 7 volume-% uit siroop.
Hoeveel mL siroop zit er in het glas?

Slide 14 - Question ouverte

Het volumepercentage zuurstof in lucht is 21,0 %

Bereken het volume zuurstof in mL in 2,00 L lucht.
A
420 mL
B
42,0 %
C
11,0 %
D
9,52 mL

Slide 15 - Quiz

Het aantal gram van een stof dat is opgelost 
 in 1 liter vloeistof 

Let op de eenheden!

Concentratie

Slide 16 - Diapositive

Ik lost 4,3 gram zout op in 410 ml water. Wat is de concentratie van het zout?

  • Volume in liter: 0.410 L
  • Massa van het zout in gram: 4,3 gr
  • formule: aantal gram/aantal liter
  • formule invullen: 4,3 gr : 0,410 L = 10,5 gr/L


Een voorbeeld

Slide 17 - Diapositive

De zout concentratie in zeewater is 37 g/L
hoeveel kg zout moet je toevoegen bij 15000 liter water om deze concentratie te krijgen?
A
555 gram
B
555 kg
C
2,5 kg
D
250 kg

Slide 18 - Quiz

Keukenzout lost op in water. Is er een maximum hoeveelheid zout dat je kan oplossen in een liter water?
A
Ja, natuurlijk
B
Nee, natuurlijk niet

Slide 19 - Quiz

Een verzadigde oplossing: een oplossing waarin de maximale hoeveelheid stof van die stof is opgelost.

Als je meer stof toevoegt dan blijft het op de bodem liggen


Verzadiging

Slide 20 - Diapositive

De oplosbaarheid: de hoeveelheid van een stof die maximaal kan oplossen in een liter van het oplosmiddel


Oplosbaarheid

Slide 21 - Diapositive

3 L zoutoplossing waarin 770 gram zout is opgelost. Dichtheid van zoutoplossing is 1430 kg per m3. Wat is het massapercentage zout?

Slide 22 - Question ouverte

In de tabel hiernaast staan gegevens over drie kleurloze vloeistoffen: water, propanol en pentanol

In reageerbuis 1 meng je propanol en pentanol. In reageerbuis 2 meng je water en pentanol.
Welk soort mengsels krijg je in deze buizen?

Slide 23 - Question ouverte

Schrijf drie dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 24 - Question ouverte

Schrijf één of twee dingen op die je deze les nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 25 - Question ouverte

Geef 1 tip aan je docent

Slide 26 - Question ouverte

4.4 Rekenen aan reacties - basis
Huiswerk

Doorlezen en samenvatten voor jezelf
paragraaf 1.5

Maken
Opgaves:  

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive