Skelet

Skelet
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieBasisschoolGroep 5,6

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Skelet

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

functies van het skelet

  • stevigheid
  • bescherming
  • beweging
  • vorm 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

aantal botten

  • baby: 350
  • volwassenen: 206

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

waaruit bestaan botten?


  • kalk
  • beenvlies
  • merg
  • zenuwen en bloedvaten 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

schedel


  • 22 botten
  • bescherming 
  • wervelkolom 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

de wervelkolom
soepel en buigzaam
schedel, bekken en ribben
33 wervels 
zenuwen 
bescherming 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

borstkas
  • 12 ribben
  • ribbenkast
  • borstbeen 
  • bescherming
  • ademhaling 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ledenmaten
heel veel botten
spieren

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De schedel
De wervelkolom
De ribben
Het borstbeen
Het sleutelbeen
Het schouderblad
Het opperarmbeen
Het spaakbeen en de ellepijp
Het heupbeen
De knieschijf
Het dijbeen
Het kuitbeen
Het scheenbeen

Slide 9 - Diapositive

Het skelet bestaat uit meer dan 200 botten. Bij volwassenen 206 botten en bij een baby 350 (omdat deze nog niet aan elkaar gegroeid zijn). Die botten zitten aan elkaar vast. Er zijn 4 botverbindingen om de botten aan elkaar vast te zetten:
  1. Met een naadverbinding (geen beweging meer mogelijk tussen de botten)
  2. Vergroeid (geen beweging meer mogelijk tussen de botten)
  3. Met kraakbeen (een beetje beweging mogelijk tussen de botten)
  4. Met een gewricht (veel beweging mogelijk tussen de botten)
Een belangrijk onderdeel van het skelet bij de mens zijn de gewrichten. Deze maken beweging mogelijk. We hebben de volgende soorten gewrichten:
  • scharniergewrichten: bijvoorbeeld de knie en de elleboog. Deze gewrichten kunnen maar in een richting bewegen
  • kogelgewrichten: bijvoorbeeld de heup en de schouder. Deze gewrichten kunnen in alle richtingen bewegen
  • draaigewrichten: bijvoorbeeld de nek. Deze gewrichten kunnen naar links en rechts en naar boven en naar beneden bewegen.
scharniergewricht 
kogelgewricht 
rolgewricht 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Quiz

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het skelet zorgt voor bescherming
waar
nietwaar

Slide 12 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Het skelet van een baby heeft meer botten dan het skelet van een volwassenen
waar
niet waar

Slide 13 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Je elleboog is een kogelgewricht
waar
niet waar

Slide 14 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Door de borstkas worden de hersenen beschermd
waar
niet waar

Slide 15 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Je vinger is een scharniergewricht
waar
niet waar

Slide 16 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions