Week 48 (2.5) 1C (woordenschat)

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

27-11                         Welkom 1C

Welkom Norah, Cato, Benthe, Lude, Loïs, Ella, Feline, Jule, Gijs, Pien, Giulia, Mees, Annelie, Laila Mae, Manne, Sabine, Teddie, Lucas, Okke, Valentina, Javi, Lou, Lily, Lewis, Elia, Philip en Jennifer! 

Planning:

SO Woordenschat (2.6) bladzijde 48

Inhoud van de les:

•  Voorlezen
•  Instructie over het doel van deze week
•  Zelfstandig werken aan het doel van deze week
•  SWT
• Aftekening halen (van week 2/3/4)

Kracht van verhalen:

Lesdoel:

• Je kent de betekenis van woorden uit dit hoofdstuk.
• Je kunt een gegeven betekenis aan een woord koppelen.
• Je kunt zelf de betekenis van een woord of woordgroep afleiden of een woord(groepje) in een zin invullen. 
• Je kunt zelf nieuwe zinnen maken met de woorden uit dit hoofdstuk. 

Woordenschat:

A. Je blijft je woordenschat altijd uitbreiden, ook als je volwassen bent.

B. Als je op school zit blijf je nieuwe woorden leren, daarna niet meer.

Testje:

Testje:

Testje:

Testje:

Testje:

Testje:

Letterlijk taalgebruik

Figuurlijk taalgebruik

Je bedoelt precies dat wat je zegt.

Je zegt iets wat je niet letterlijk bedoelt.

Beeldspraak

de functie

Ga naar de online methode en maak online de oefeningen

Zoek in je boek de woorden op uit de woordenlijst. 

Kan je de betekenis uit de context halen?

Bedenk manieren om de woorden uit te kunnen beelden

uitbeelden

Werk samen: leg de woorden uit aan je buurman/buurvrouw

Uitleggen

Schrijf een aantal zinnen waarin je alle woorden goed gebruikt. Probeer meerdere leerwoorden in een goede zin te zetten.

uitbreiden

Knip de woorden uit, hussel en zoek ze weer bij elkaar

Maak je eigen spiekbriefje. 

Evaluatie:

A. Proces: hoe heb je meegedaan met de les. Hoe heb je gewerkt? Heb je samengewerkt? Heb je veel gedaan?

B. Product: Heb je de lesdoelen begrepen? Heb je nieuwe manieren geleerd om woorden te oefenen? Ken je nu meer woorden dan aan het begin van de les?