Brugklas Duits Kapitel 5-2

Herzlich Willkommen!
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Herzlich Willkommen!

Slide 1 - Diapositive

Rückblick
In de vorige les zijn we begonnen met
Kapitel 5.

We blikken even terug op de start.

Slide 2 - Diapositive

Wat is het thema van Kapitel 5?

Slide 3 - Carte mentale

Hausaufgaben
Je moest ook enkele Aufgaben maken.

Op de volgende dia's staan de antwoorden.

Controleer, verbeter of vul aan.
Laat geen fouten staan!

Slide 4 - Diapositive

Seite 140/Aufgabe 4

Slide 5 - Diapositive

Seite 140/Aufgabe 5
a

1 die Nudeln – Nudeln zijn om te eten, de andere dingen zijn om te drinken.

2 das Eis – hoort niet bij het hoofdgerecht.

3 der Tee – om te drinken, de andere producten zijn om te eten.

4 die Suppe - is geen bestek.

b

Eigen antwoord, bijvoorbeeld:

heiß – warm – sehr – kalt

sehr past niet in het rijtje, want dat heeft niets met temperatuur te maken.

Slide 6 - Diapositive

Seite 141/Aufgabe 6
Eva

Guten Tag. Darf ich bitte die Speisekarte haben?

Ja, ich möchte ein Glas Cola.

Ich nehme Salat mit Fisch und Pommes.

Danke. Aber das sind Nudeln. Die schmecken mir überhaupt nicht. Die habe ich nicht bestellt!

Danke.

Nein danke. Ich habe schon sehr viel gegessen. Ich möchte noch eine Tasse Kaffee bestellen. Und bitte auch die Rechnung.

Bitte sehr, € 20,-. Stimmt so!

Ober

Aber natürlich, bitte.
Möchten Sie auch etwas trinken? Wir haben Fanta, Kaffee, Tee, Cola…

Und möchten Sie sonst noch was bestellen?

Hier ist Ihr Essen. Guten Appetit!

Entschuldigung! Ich bringe Ihnen sofort die richtige Bestellung.

Möchten Sie noch einen Nachtisch bestellen? Wir haben heute Eis mit Obst.

Bitte. Das macht zusammen € 18,75.

Danke und auf Wiedersehen.

Slide 7 - Diapositive

Seite 141-142/Aufgabe 7

1 In diesem chinesischen Restaurant esse ich gern Reis.

2 Dort esse ich mit Stäbchen, aber manchmal auch mit einer Gabel.

3 Das Fleisch mit scharfer Pfeffersoße war viel zu heiß.

4 Ich habe darum eine Cola getrunken. Die war herrlich kalt.

5 Danach habe ich noch ein Glas Tee mit zwei Stück Zucker genommen.

Slide 8 - Diapositive

Seite 142/Aufgabe 8

Slide 9 - Diapositive

Lernarbeit!
Je moest ook de woorden van 
Seite 168/B Wortschatz en A Sehen
leren

Op de volgende dia's staan enkele vragen daarover.
Beantwoord ze zo goed mogelijk.
Niet spieken in je boek!

Slide 10 - Diapositive

Welk woord past?

Die Deutschen essen im ..... 85 Kilo Brot im Jahr.
A
Durchschnitt
B
Ausbildung

Slide 11 - Quiz

Welk woord past?

Deutschland ist ..... im Brotbacken.
A
Ausbildung
B
Weltmeister

Slide 12 - Quiz

Welk woord past?

Dreizehn Mitarbeiter? Ihr seid ..... ein großes Team!
A
also
B
hell

Slide 13 - Quiz

Welk woord past?

Eine ..... wäre erst mal wichtig.
A
Weltmeister
B
Ausbildung

Slide 14 - Quiz

Trinken
Essen
Besteck
Im Restaurant
die Gabel
die Speisekarte
die Cola
der Löffel
der Reis
das Gemüse
bestellen
die Rechnung
der Kaffee
die Suppe
Guten Appetit
die Kartoffeln
der Tee
das Wasser
das Messer

Slide 15 - Question de remorquage

Vorausblick
Voor vandaag was het huiswerk 

Vorbereiten/Lesen:
*Seite 169/Grammatik A


Slide 16 - Diapositive

Waarover gaat de Grammatik in Kapitel 5?
A
zwakke en sterke werkwoorden
B
onbepaald lidwoord "ein" en het woord "kein"

Slide 17 - Quiz

Grammatik
Inderdaad! Het gaat over 
het onbepaald lidwoord (ein/eine)
en het woord kein/keine

Bekijk nu eerst de instructievideo





Slide 18 - Diapositive

Das musst du behalten! 
  • ein/eine betekent "een"; kein/keine betekent "geen"
  • ein, kein krijgen een -e als ze vóór een vrouwelijk zelfstandig naamwoord (znw) staan, bijvoorbeeld eine Frau, keine Suppe
  • kein krijgt een -e als het vóór een zelfstandig naamwoord (znw) in het meervoud staat, bijvoorbeeld keine Pommes

Slide 19 - Diapositive

Welke vorm?

(een) Bruder (m)
A
ein
B
eine

Slide 20 - Quiz

Welke vorm?

(een) Schwester (v)
A
ein
B
eine

Slide 21 - Quiz

Welke vorm?

(geen) Freundin (v)
A
kein
B
keine

Slide 22 - Quiz

Welke vorm?

(een) Onkel (m)
A
kein
B
keine

Slide 23 - Quiz

Welke vorm?

(een) Schule (v)
A
ein
B
eine

Slide 24 - Quiz

Welke vorm?

(geen) Kind (o)
A
kein
B
keine

Slide 25 - Quiz

Übung macht den Meister!
  • Open je boek op Seite 150-151-152
  • Maak de volgende Aufgaben: 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23
  • Nog niet uitgeoefend? 
  • Beluister en bekijk de video voor Aufgabe 24 (Classroom!!)

Slide 26 - Diapositive

Alles fertig und Zeit übrig?
*Öffne das Buch auf Seite 168
*Lerne alle Wörter
*Übe die Wörter mit CRAM   (Classroom/Schoolwerk/...)
*Grammatik üben? (Classroom/Schoolwerk/...)


Slide 27 - Diapositive

HAUSAUFGABEN
Lernen/Wiederholen
*Seite 168: B Wortschatz + A Sehen
*Seite 169/Grammatik
Schreiben:
*Seite 150-152/Aufgaben 17-18-19-20-21-22-23
Vorbereiten/Lesen:
*Seite 168/C Hören

Slide 28 - Diapositive