2A H3: Verbanden en signaalwoorden (1)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 2

Een tekst bestaat uit:

Een titel, zinnen, woorden.....

alinea's, kernzinnen

tussenkopjes......

afbeeldingen........

inleiding, middenstuk, slot, een bron.......

In de tekst hebben de alinea's iets met elkaar te maken...

In de alinea's hebben de zinnen iets met elkaar te maken....

De zinnen en alinea’s hebben allemaal te maken met het onderwerp van de tekst.

Ze hebben een verband met elkaar....

Er zijn verschillende verbanden:

- een voorbeeld

- een opsomming

- een volgorde van tijd

Je noemt ze ook wel tekstverbanden

Je herkent de verbanden aan signaalwoorden:

bijvoorbeeld, neem nou, zo, zoals, onder andere

signaalwoorden voor een voorbeeld

Ik eet graag Italiaanse gerechten, zoals lasagna.

In de kerstvakantie ga ik leuke dingen doen. Zo ga ik op maandag naar de Efteling en op woensdag karten.

In de ochtend ga ik onder andere surfen, zwemmen en voetballen.

ten eerste, ten tweede, bovendien, ook, tenslotte,

een dubbele punt :

liggende streepjes (-)

getallen (1,2,3)

dots (*)

signaalwoorden voor een opsomming

Voor het bakken van een ei heb je nodig: een ei, een spatel en een pan

Ik ga niet meer mee op vakantie. Ten eerste ben ik al 16 en ten tweede vind ik de bestemming vaak niet leuk.

Ik heb drie huisdieren:

* een cavia

* een hond

* een konijn

eerst, daarna, vervolgens, nadat, terwijl, dan

signaalwoorden voor volgorde van tijd

De winkeleigenaar deed eerst de deur open. Daarna zette hij het kraampje buiten.

Ik loop naar de metro waar ik vervolgens een kaartje koop.

Terwijl mijn broer de hond eten geeft, maak ik de kattenbak schoon.

Ieder kind doet wel eens een klusje: de auto wassen, afwassen of stofzuigen.

1. volgorde van tijd
2. opsomming
3. voorbeeld
4. bijzaak

Dat is oneerlijk. Bovendien worden ze slecht betaald.

1. voorbeeld
2. volgorde van tijd
3. opsomming

In India werken de kinderen in fabrieken waar ze onder andere tapijten maken.

1. opsomming
2. voorbeeld
3. volgorde van tijd
4. hoofdzaak

Deze kinderen gaan eerst werken en daarna pas naar school.

1. voorbeeld
2. opsomming
3. volgorde van tijd
4. kernzin

De kinderen in India hebben recht op:
- school
-vrije tijd

1. opsomming
2. voorbeeld
3. volgorde van tijd

Op intranet vind je informatie over de school. Zo staat er iets over het rooster en de cijfers.

1. volgorde van tijd
2. voorbeeld
3. opsomming

Nadat je het antwoord hebt ingevuld, krijg je feedback.

1. opsomming
2. voorbeeld
3. volgorde van tijd

In mijn boodschappentas zit brood, melk, taart en vis.

1. voorbeeld
2. volgorde van tijd
3. opsomming

We hebben een leuke klas. Neem nou Simon, echt een toffe peer!

1. opsomming
2. voorbeeld
3. volgorde van tijd