Par 3 Diensten

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Paragraaf 3 Diensten

Lezen

Blz 12 en 13, alle stukjes.

Leerdoelen

- Je kunt uitleggen waarom er steeds meer mensen in de dienstensector werken.

- Je kunt voorbeelden geven van diensten met en

zonder een baliefunctie.

- Je kunt voorbeelden geven van dagelijkse en

gespecialiseerde voorzieningen.

- Je kunt voorbeelden geven van commerciële en

niet-commerciële diensten.

- Je kunt uitleggen wat de begrippen reikwijdte en

verzorgingsgebied betekenen.

- Je kunt met voorbeelden uitleggen welke

vestigingsplaatsfactoren voor verschillende soortendiensten belangrijk zijn.

- Je kent de volgende begrippen: baliefunctie, dagelijkse voorziening, gespecialiseerde

voorziening, reikwijdte, verzorgingsgebied, voorziening

Quiz

Maar eerst gaan we kijken wat jullie nog weten van de vorige lessen.. 

Boer Jan stond bekend om het verbouwen van graan en het houden van koeien. Nu heeft hij alleen nog koeien.

1. Dit is mechanisatie.
2. Dit is specialisatie.
3. Dit is seizoensarbeid.
4. Dit is industriële inertie.

Pakken melk die worden vervoerd worden naar de supermarkt is een voorbeeld van?

1. Massagoed
2. Stukgoed

Waarom staan fabrieken vaak in steden (meerdere antwoorden goed)?

1. Daar zijn mensen die kunnen werken.
2. Daar zijn andere bedrijven waarmee ze kunnen samenwerken.
3. Fabrieken houden van groen om zich heen
4. Fabrieken mogen zich niet buiten de stad vestigen.

Dit is een voorbeeld van massagoed.

1. Juist
2. Onjuist

Welk soort landbouw vind je aan de kust bij Nederland. Schiphol is vaak op korte afstand.

1. Vleesveeteelt
2. Groente en bloemen
3. Akkerbouw
4. Fruitteelt

Mindmap

Pen en schrift op tafel, we gaan een mindmap maken over deze paragraaf. 

Bestaansmiddelen

Alle soorten werken noemen we bestaansmiddelen.

Deze kunnen we onderverdelen in drie sectoren. 

1. Landbouw, visserij en mijnbouw.

2. Industrie.

3. Dienstensector.

1ste sector

Landbouw, visserij en mijnbouw.

In deze sector halen mensen voedsel of grondstoffen uit de natuur. Beroepen zoals boer, mijnwerker, visser.

In arme landen werken er veel mensen in deze sector.

2de sector

De industrie.

In deze verwerken mensen grondstoffen in fabrieken of werkplaatsen. Ze maken er producten van. 

3de sector

De dienstensector.

Hierin verlenen mensen diensten, denk aan onderwijs, horeca, banken en de zorg. In een rijk land werken er veel mensen in deze sector. 

Dienstensector

De Nederlandse dienstensector is groot en heel verschillend.

• Grote sector door afname banen in andere sectoren.

• De dienstensector groeit door: verandering van de bevolking.

     Meer ouderen = meer banen in de zorg.

Nieuwe diensten = websitebouwers, youtubers.

Voorzieningen

Kenmerken van voorzieningen:

• Wel of geen baliefunctie:

 - wel in een ziekenhuis of restaurant.

 - niet bij een verzekeringskantoor

Voorzieningen

Hoe vaak de voorziening wordt bezocht:

 Dagelijkse voorzieningen: iedere dag of week. Supermarkt, bakker.

 Gespecialiseerde voorzieningen: Rijksmuseum, pianowinkel.

• Commercieel of niet-commercieel: Een winkel moet winst maken. 

Een school niet.

Voorzieningen

De kenmerken van voorzieningen bepalen waar ze gevestigd zijn.

•Meer mensen = meer voorzieningen. Kleine reikwijdte. VB: school, supermarkt

• Voor andere voorzieningen willen mensen wel ver reizen. Groter verzorgingsgebied VB: schoenenwinkels, meubelzaken.

Quiz

Eens kijken wie er goed heeft opgelet..

Welke sector is in Nederland de grootste werkgever?

1. Diensten
2. Landbouw, visserij en mijnbouw
3. Industrie
4. Alle drie even groot

Wie heeft er een grotere reikwijdte?

1. Ziekenhuis
2. Supermarkt
3. Schoenenwinkel
4. Snackbar

Welke voorziening is er niet commercieel?

1. School
2. Supermarkt
3. Theater
4. Sportschool

In welke sector werken de meeste mensen in een arm land?

1. 1ste
2. 2de
3. 3de
4. 2 en 3

En nu?

Rustig aan de slag met de vragen van de GEO-online.