Quiz stomazorg

Quiz Stomazorg
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Quiz Stomazorg

Slide 1 - Diapositive

Welke soorten stoma's weten je te benoemen?

Slide 2 - Question ouverte

Antwoorden
1.Colostoma: Uitmonding van de dikke darm op de buikwand. Bevind zich altijd aan de linker kant van de buik. De ontlasting is meestal vrij vast van vorm -> produceert ongeveer 200gr per dag
2. Ileostoma: Uitmonding van de dunne darm op de buikwand. Over het algemeen bevind deze stoma zich aan de re kant van het lichaam en wat hoger op de buik. De ontlasting is brijig tot waterig, verlies van veel zouten. 500/800 per dag 
3.Urostoma deze stoma wordt aangelegd voor de afvoer van urine. Deze stoma wordt gemaakt van een stukje van de dunne darm en bevind zich meestal re onder op de buik.

Slide 3 - Diapositive

Vervolg antwoorden
4. Dubbelloopstoma: heeft twee openingen waarvan de ene ontlasting produceert en de andere alleen maar slijm. 
5. enkelloops stoma (eindstand): is het uiteinde van de darm naar buiten gehaald, kan zowel permanent als tijdelijk zijn.
6. continentstoma: is binnen in het lichaam een opvangreservoir gemaakt. Dit kan alleen bij mensen met een urostoma of een ileostoma. Een continentstoma moet 4 tot 6 maal per dag geleegd worden met behulp van een katheter. 

Slide 4 - Diapositive

Indicaties darmstoma

Slide 5 - Carte mentale

Antwoorden
Aangeboren afwijkingen bijv. spina bifida 
Darmpoliepen/tumoren
ziekte bijv. ziekte van Crohn of colitis ulcerosa 
Operatie
Incontinentie
Verwonding van de darm/ongeval


Slide 6 - Diapositive

Indicaties voor urostoma

Slide 7 - Carte mentale

Antwoorden
Een tumor of gezwel
Ernstige ontstekingen
Incontinentie
Aangeboren afwijkingen
Ongeval of dwarslaesie

Slide 8 - Diapositive

Welke verschillende soorten ileostoma's kun je benoemen?

Slide 9 - Question ouverte

Antwoorden
 Een eindstandig stoma kenmerkt zich door één uitgang waardoor de ontlasting naar buiten komt. Meestal krijg je een eindstandig stoma als het achterliggende deel van de darm niet meer werkt of is verwijderd. 
 Een dubbelloops stoma ligt in een soort lus door de buikwand waardoor er twee uitgangen ontstaan. Dit type stoma wordt vaak gebruikt als tijdelijk stoma, bijvoorbeeld om een achterliggend stuk darm een tijdje te ontzien waardoor het kan genezen. Het voordeel van de dubbelloops stoma is dat deze gemakkelijker weer kan worden opgeheven dan een eindstandig stoma.
De ileostoma met slijmfistel Het is ook mogelijk dat de dikke darm als eindstandig colostoma wordt ingehecht. De colostoma is in dat geval een slijmfistel. In dit geval is er sprake van
twee eindstandige stoma’s. De verderop gelegen dikke darm kan alleen
worden gesloten als de toegang tot de anus open is. Het slijm dat in dit darmdeel wordt geproduceerd moet of via de anus of via de slijmfistel het lichaam
kunnen verlaten.

Slide 10 - Diapositive

Welk systeem gebruik bij het verzorgen van een ileostoma?
A
Eendelig opvangsysteem
B
Tweedelig opvangsysteem
C
Eendelig of tweedelig opvangsysteem

Slide 11 - Quiz

Kun je bij het verzorgen van een colonstoma ook een stomaplug, minicap of een stomapleister gebruiken?
Ja
Nee

Slide 12 - Sondage

Antwoorden
De stomaplug dicht de dikke darm af, bijvoorbeeld na het spoelen of irrigeren. Deze plug kan alleen gebruikt worden bij een colostoma. Deze plug is ook geschikt bij het zwemmen en saunabezoek.
De stomapleister is een pleister die je stoma afdekt. Deze zijn huidvriendelijk en in diverse afmetingen verkrijgbaar.
minicap volgt!

Slide 13 - Diapositive

Wat is een minicap?

Slide 14 - Question ouverte

Minicap
Een minicap is een klein rond stomazakje met vrijwel geen inhoud. Deze is geschikt om je colostoma mee af te dekken na de dagelijkse spoeling.

Slide 15 - Diapositive

Welk hulpmiddel kun je gebruiken bij de verzorging van een stoma
A
Een steunbandage
B
leukopor
C
katheterband

Slide 16 - Quiz

wat is een steunbandage
A
een pleister die het stoma op zijn plek houdt
B
een band van elastisch katoen te gebruiken bij een breuk
C
Iemand die je hulp bij het verzorgen van het stoma

Slide 17 - Quiz

Wat is geen oorzaak van een lekkage?
A
Geen passend stomamateriaal
B
Een te kleine of te grote opening in het stomamateriaal
C
Kijken naar de dieet van de zorgvrager en dit zonodig aanpassen
D
leeftijdgebonden

Slide 18 - Quiz

Hoe handel je bij een lekkage? (meerdere antwoorden zijn goed)
A
Zorg dat de stoma de juiste maat heeft
B
Schoonmaken en de stoma materiaal niet vervangen
C
Stoma materiaal eraf halen en arts inschakelen
D
Zorg ervoor dat het materiaal goed aansluit

Slide 19 - Quiz

Hoe herken je een ontsteking bij een stoma?
A
Warm aanvoelen, rood om de stoma heen, pus, pijnlijk en geïrriteerd.
B
Er kan geen ontsteking ontstaan bij een stoma
C
Geen van alle is goed.

Slide 20 - Quiz

Hoe kun je een urineweginfectie voorkomen?
A
Er kan geen urineweginfectie plaatsvinden omdat je een urostoma hebt.
B
Door het stomamateriaal op de juiste manier te gebruiken en de stoma goed schoon te houden/maken.
C
 Door minstens twee liter per dag te drinken, het liefst water. ook helpt het om dagelijks een vitamine C-tablet of een veenbessenextract te slikken.

Slide 21 - Quiz

Welke complicaties met een stoma kun je benoemen?

Slide 22 - Question ouverte

Antwoorden
  •  Een hernia Abdominalis (breuk in de buikwand naast de stoma)
• Een prolaps: dit is een uitstulping van de stoma
• Lekkage/bloeding
• Necrose: zwart worden van de stoma
• Huidproblemen
• Stenose (vernauwing van de stoma of darm)
• Een stomafistel
• Wild vlees (granulatieweefsel)
• Retractie (wanneer de hechtingen onderhuids te strak zijn gezet, hierdoor wordt de stoma terug de huid ingetrokken)


Slide 23 - Diapositive

lichamelijke aspecten
  • ontlastingspatroon
  • voeding en vocht 
  • vermoeidheid
  •  sporten 
  • seksualiteit 
  • kleding 

Slide 24 - Diapositive

Psychische/sociale aspecten
  • depressie
  • agressie 
  • angst
  • verdriet 
  • onzeker 
  • schaamte 
  • isolement 

Slide 25 - Diapositive

wat betekend een stoma irrigeren
A
het spoelen van de dunne darmen
B
het spoelen van de dikke darmen via een stoma
C
wild vlees verwijderen

Slide 26 - Quiz

wat is een indicatie bij een stoma irrigeren?
A
langere tijd geen ontlasting hebben
B
huidproblemen als gevolg van een lekkage
C
tegen vreemde geuren
D
bij alleen zelfstandige mensen

Slide 27 - Quiz

wat zijn de contra indicaties bij een stoma irrigeren
welk antwoord is fout?

A
ileostoma en een parastomale hernia
B
bestraling
C
obstipatie en voorbereiding voor een operatie
D
prolaps/stenose van de stoma

Slide 28 - Quiz

Antwoorden
een ileostoma
een parastomale hernia
stenose van de stoma
prolaps van de stoma
bestraling
ziekte van Crohn en colitis ulcerosa
diarree
ziekte van Hirschsprung
hypotensie en/of slechte hartfunctie

Slide 29 - Diapositive

hoelang duurt het om een stoma te irrigeren?
A
15 tot 25 min
B
45 tot 60 min
C
10 tot 15 min
D
25 tot 45 min

Slide 30 - Quiz

in welke houding moet de zorgvrager zich bevinden tijdens het irrigeren van een stoma
A
liggend
B
zittend
C
Trendelenburg houding
D
staand

Slide 31 - Quiz

Hoe noem je als de twee uiteinden van de darmen weer aan elkaar worden gezet?
A
Anastomose
B
Fixeren
C
Adhesie
D
Aanhechting

Slide 32 - Quiz

Evaluatie!

Slide 33 - Carte mentale