grammatica schrijfvaardigheid

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 3,4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Als het tekstdoel informeren is, dan staan er alleen ...... in de tekst
A
meningen
B
feiten
C
overtuigingen
D
standpunten

Slide 11 - Quiz

Als je een brief schrijft aan je moeder, dan schrijf je een ...... brief.
A
formele
B
informele
C
suggestieve
D
objectieve

Slide 12 - Quiz

In een zakelijke brief hanteer je de voorgeschreven lay out.
A
soms
B
nee
C
ja
D
ligt aan de inhoud

Slide 13 - Quiz

Welke schrijfwijze is correct?
A
mevrouw M. van der Valk
B
mevrouw M. Van der Valk
C
mevrouw M. Van Der Valk
D
Mevrouw M. van Der Valk

Slide 14 - Quiz

NU Nederlands
  • Schr1     1.1  / 1.2 en 1.4
  • Sch2     2.4 en 2.5                                  De theorie
  • Schr3      3.3 en 3.4

Slide 15 - Diapositive

werkwoordspelling

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

(Worden) je vader alweer vijftig jaar?
A
word
B
wordt

Slide 18 - Quiz

De (vinden) voorwerpen liggen in de bureaula.
A
gevondde
B
gevonde
C
gevonden

Slide 19 - Quiz

Ik heb zijn smoesjes nooit (geloven)
A
gelooft
B
geloofd

Slide 20 - Quiz

Hij (geloven) echt alles wat je hem vertelt.
A
geloofd
B
gelooft

Slide 21 - Quiz

Een grote groep automobilisten (negeren) het rode kruis op de matrixborden.
A
negeert
B
negeren

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Vidéo