Paragraaf 1: Communicatie en media

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Introduction

Uitleg bij §1 van het Thema media. Methode: Thema's Maatschappijleer

 Paragraaf 1: Communicatie en interpretatie

Leerdoelen Paragraaf 1

• Je kan verschillende manieren om te kunnen communiceren opnoemen
• Je kent het verschil tussen objectieve en subjectieve feiten
  
• Je kunt een voorbeeld geven van eenzijdige communicatie

0

communiceren

ewelkW

zender

ontvanger

het doorgeven en ontvangen van informatie

informatie

middel

Alle gesprekken die je voert, via welk middel dan ook, is een vorm van communicatie. Wij communiceren tegenwoordig heel vaak via een medium.

Grote vraag

Hoe
kun je weten of de informatie die je hoort, leest of ziet, betrouwbaar is?

W

non-verbaal of verbaal

Je lichaam spreekt met anderen: gevoelens, gedachten, houding en uitstraling zijn vaak aan de 'buitenkant' te zien. Dit is non-verbale communicatie.

Spreken of schrijven noemen we verbale communicatie

Eenzijdig of tweezijdig

Eenzijdig = je ontvangt alleen informatie en kunt niet reageren

Tweezijdig = je bent tegelijk zender en ontvanger

persoonlijk of massaal

1 zender, veel ontvangers

Wanneer een medium (tv, krant, boeken, radio, billboards, enz.) een groot publiek bereikt, is het een massamedium

massacommunicatie

Waar gebruiken we media voor?

kennis en nieuws

ontspanning

contact

identiteit

Veel succes!

AAN DE SLAG!

Wat?	Zie je daltontaak voor wat je moet en mag maken.
Waarom?	Zo begrijp je de leerdoelen beter
Hoe?	Lees de teksten, maak de vragen
Hulp?	Rood: stilte, geen vragen Oranje: stilte, je mag vragen stellen Groen: zachtjes overleggen
Klaar?	Werken aan een ander vak, vooruit werken