Donorwise

1 / 47
suivant
Slide 1: Vidéo
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 10 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Waar gaan we het vandaag over hebben?

Slide 2 - Question ouverte

Slide 3 - Vidéo

Slide 4 - Lien

1 donor kan maximaal 5 levens redden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

1 donor kan wel 8 levens redden. Het hart, 2 longen, de lever, 2 nieren, de alvleesklier en de dunne darm kunnen getransplanteerd worden bij 8 verschillende patiënten.
1 donor kan wel 8 levens redden. Het hart, 2 longen, de lever, 2 nieren, de alvleesklier en de dunne darm kunnen getransplanteerd worden bij 8 verschillende patiënten.

Slide 6 - Diapositive

Alle delen van je lichaam kun je doneren.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Na overlijden kun je de volgende organen en weefsels doneren: 
Organen: hart, lever, longen, nieren alvleesklier, dunne darm.

Weefsels: huid, hoornvliezen, hartkleppen, grote bloedvaten, bot- en peesweefsel.

Slide 8 - Diapositive

0

Slide 9 - Vidéo

De kans bestaat dat je zelf ooit een orgaan nodig hebt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

De kans is zelfs groter dat je zelf ooit een orgaan nodig hebt, dan dat je een orgaan kan doneren na overlijden. Je moet onder de juiste omstandigheden overlijden waardoor orgaandonatie mogelijk is, dit gebeurt niet heel vaak.

Slide 11 - Diapositive

Er zijn in Nederland genoeg organen beschikbaar om te transplanteren.


A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Helaas zijn er onvoldoende organen beschikbaar voor transplantatie. Hierdoor staan mensen op een wachtlijst voor een orgaan.

Slide 13 - Diapositive

Gemiddeld staan er meer dan 1.000 mensen op de wachtlijst voor een orgaantransplantatie.


A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Helaas overlijden er jaarlijks mensen doordat een orgaan niet op tijd komt. In 2017 overleden 139 mensen terwijl ze op de wachtlijst stonden voor een donororgaan. 

Slide 15 - Diapositive

De wachttijd voor een nieuwe nier is 3,5 jaar.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

De wachttijd verschilt van orgaan tot orgaan. De meeste mensen wachten 3,5 jaar op een nieuwe nier, 13 maanden op een hart, ruim 15 maanden op longen en een half jaar op een lever.


Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Slide 19 - Vidéo

1
2
3
4
5
6
7

Slide 20 - Question de remorquage

Als ik donor word kan mijn familie geen afscheid van mij nemen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Afscheid kunnen nemen van een dierbare overledene is heel belangrijk. Of iemand nu orgaan- of weefseldonor is, er is altijd ruim tijd om afscheid te nemen van de overledene. Zowel vóór als na de donatie.

Slide 22 - Diapositive

Een harttransplantatie moet snel gebeuren, want een hart blijft buiten het lichaam maximaal zes uur goed.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Organen die eenmaal uitgenomen zijn, kunnen maar korte tijd buiten het lichaam worden bewaard. Het hele proces vanaf de uitname tot het moment van transplantatie mag bij een hart niet langer duren dan zes uur.

Slide 24 - Diapositive

Als je oud of ziek bent kun je geen donor worden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

Iedereen kan zich registreren als orgaan- en weefseldonor, ook als je oud of ziek bent. Artsen onderzoeken pas na je dood of je organen en weefsels geschikt zijn voor transplantatie.


Slide 26 - Diapositive

Als ik geregistreerd sta als donor doet een arts niet meer zijn best om mij te redden


A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

Iedere arts zal er altijd alles aan doen om het leven van zijn patiënt te redden. Dat is zijn plicht en dat heeft hij ook plechtig moeten beloven toen hij arts werd. Een arts zal dus nooit voorrang geven aan de ene patiënt boven de andere. Artsen weten van te voren ook niet óf organen geschikt zijn voor donatie. Dit kan pas worden onderzocht als iemand is overleden.

Slide 28 - Diapositive

Als ik geen donor wil zijn, hoef ik ook niet te registreren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quiz


In 2020 is de wet veranderd. Als je dan zelf niets registreert, kom je automatisch in het donorregister, met de keuze ‘geen bezwaar’ voor donatie. Dit geldt voor alle Nederlanders van 18 jaar en ouder.
Als je geen keuze hebt vastgelegd, moeten je nabestaanden beslissen over donatie. Een moeilijke beslissing op een verdrietig moment. Als je geen donor wilt zijn, is het dus belangrijk om dit ook vast te leggen in het Donorregister. Dat maakt het duidelijker voor iedereen.

Slide 30 - Diapositive

Na donatie zie je er nog goed uit, en kun je gewoon worden begraven of gecremeerd.


A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quiz

Het uitnemen van organen of weefsels gebeurt zorgvuldig en met respect voor de overledene en de familie. Er wordt niets weggenomen op plaatsen die zichtbaar zijn als iemand opgebaard wordt. Dus nooit in het gezicht, of in de hals of aan de handen. Op plaatsen waar is geopereerd komen hechtingen met pleisters. Na donatie kan het lichaam gewoon worden begraven of gecremeerd.

Slide 32 - Diapositive

Als ik donor word kan mijn familie geen afscheid van mij nemen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quiz

Slide 34 - Vidéo

Slide 35 - Vidéo

De nieuwe donorwet

Verbetering?

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Vidéo

Alleen als je zelf donor bent, heb je recht op een donororgaan

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Lien

Als je zelf hebt aangegeven donor te willen zijn, moeten je ouders iets anders kunnen bepalen

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Lien

Een rookverslaafde heeft evenveel recht op donorlongen als iemand met een gezonde levensstijl

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Lien

Ik wil alleen donor worden als mijn ouders het met die beslissing eens zijn

Slide 44 - Diapositive

Slide 45 - Vidéo

Slide 46 - Vidéo

Slide 47 - Lien