Dieren in de winter

Dieren in de winter
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
WereldoriëntatieTaal+3BasisschoolGroep 5,6

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Introduction

Dieren komen op verschillende manieren de winter door. De één verstopt zich en slaapt de hele winter lang. De ander vliegt naar een lekker warm land.

Éléments de cette leçon

Dieren in de winter

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar denk jij aan als je denkt aan dieren in de winter?
Maak een woordveld!
Dieren in de winter

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragenmuur
Wat wil jij graag weten over dieren in de winter? Schrijf je vragen op en plak ze op de vragenmuur!

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wereldoriëntatie

  • Na deze les weet ik hoe verschillende dieren zich aanpassen aan de winter.
Dit ga je leren
Woordenschat

  • Na deze les weet ik wat de belangrijkste woorden uit de tekst betekenen.
Taal

  • Na deze les kan ik aan de hand van een dierenpaspoort laten zien hoe mijn gekozen dier de winter doorkomt.

Slide 4 - Diapositive

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Verdiepende tekst

Lees de tekst en arceer de woorden die je nog niet goed begrijpt geel

Arceer in ieder geval:
  • winterslaap
  • winterrust
  • wintergast
  • zomergast
  • standvogel
1
2
3
4
5
6
7
8
Klik op de cijfers en volgens op de afbeelding om in te zoomen.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Woordenschat
Hulpkaart
eten
het ontbijt
de lunch
het diner
Staan er nog andere woorden in de tekst waarvan je de betekenis nog niet kent? Schrijf deze woorden met de betekenis op in je logboek. Horen er woorden bij elkaar? Maak dan een woordparaplu, -kast of -trap.
timer
5:00
groot
klein
muis
olifant

Slide 6 - Diapositive

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.
Sleep het antwoord naar de juiste plek.
(Er blijft één antwoord over)
Als dieren in de winter veel slapen en af en toe wakker worden om te eten, heet dat...
Als dieren zich in de winter verstoppen en de hele winter slapen, heet dat...
wintergast
winterslaap
winterrust

Slide 7 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

...

.
Waarom gaan veel dieren in de 
herfst op zoek naar (extra) eten?

Slide 8 - Question ouverte

Omdat het in de winter niet makkelijk te vinden is.
..
.
Heb jij de tekst goed begrepen?
Dieren die heel veel eten in de herfst 
houden daarna meestal een ...
A
winterrust
B
winterslaap

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

..
.
Waardoor weet een egel dat het tijd is voor zijn winterslaap?
A
Het is buiten heel koud.
B
Hij is heel moe.
C
Hij voelt het aan.
D
Zijn vriendjes gaan ook slapen.

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

..
.
Heb jij de tekst goed begrepen?
Tijdens de winterslaap klopt het hart
 van een dier...
A
sneller
B
langzamer

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

...

.
Waarom klopt het hart van een dier in
winterslaap langzamer?

Slide 13 - Question ouverte

Omdat het in de winter niet makkelijk te vinden is.
......
.....
.
  Wat zijn verschillen tussen winterrust en winterslaap?

Slide 14 - Question ouverte

Omdat het in de winter niet makkelijk te vinden is.
..
.
Heb jij de tekst goed begrepen?
Waar zullen vogels uit Nederland NIET zo snel heengaan in de winter?
A
Afrika
B
Frankrijk
C
IJsland
D
Italië

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

...
.....
.
Waarom gaan vogels uit Nederland waarschijnlijk 
niet naar IJsland in de winter?

Slide 16 - Question ouverte

Omdat het in de winter niet makkelijk te vinden is.
Een vogel die in de winter vanuit Nederland naar een warmer land vliegt.
Een vogel die in de winter vanuit een ander land naar Nederland vliegt.
Een vogel die zowel in de winter als in de zomer in Nederland is.
Sleep het antwoord naar de juiste plek
standvogel
wintergast
zomergast

Slide 17 - Question de remorquage

Woordenschat check
..
.
Heb jij de tekst goed begrepen?
Voor welke vogels hang je een vetbol op?
A
standgasten
B
wintergasten
C
zomergasten

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

zomergast
wintergast
standgast
Sleep de vogels naar de juiste plek

Slide 19 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

..
.
In de tekst staan verschillende manieren waarop dieren de winter doorkomen. Zijn er nog andere manieren, denk je?
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quiz

Steek je hand eens op, wie had 'ja', waarom heb je dat ingevuld. Hetzelfde voor 'nee'.
Wist je dat dieren nog meer trucjes hebben om de winter door te komen? Bekijk de informatie over dieren in de oceaan en dieren met een lekkere warme vacht maar eens. En hoe doen de dieren in het tropisch regenwoud het eigenlijk?

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vetlaag en warm water
Dieren in het water hebben
weer andere trucjes. Zo hebben dolfijnen en zeehonden een dikke vetlaag onder hun huid. Zo krijgen ze het niet koud. Zelfs niet als de temperatuur van het water in de winter daalt. 

Sommige vissen doen hetzelfde als vogels, maar dan onder water. Zij zwemmen tijdens de winter naar een gebied waar het water warmer is, dus meer naar de oppervlakte.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wintervacht
Tijdens de herfst krijgen sommige dieren een wintervacht. Deze vacht houdt de warmte veel beter vast, zodat ze het niet koud krijgen. Als het lente wordt, vallen al deze extra haren weer uit. Onder andere koeien, paarden en konijnen krijgen een wintervacht.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geen winter
In het tropisch regenwoud is het  nooit winter. De temperatuur is daar het hele jaar door ongeveer gelijk. Apen, papegaaien, kikkers en alle andere dieren in het regenwoud, hoeven dus niks speciaal te doen in de periode die wij winter noemen!

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Van welk dier wil jij weten wat het in de winter doet? Zoek het uit! Schrijf een korte informatieve tekst over wat jouw dier in de winter doet. Dit doe je in de vorm van een dierenpaspoort. Hoe je dat doet? Dat leg ik je natuurlijk uit!
Verwerkingsopdracht

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bekijk eerst een voorbeeld van een dierenpaspoort hiernaast.
Verwerkingsopdracht

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Overleg in je groepje:
  • Welke informatie geeft de schrijver in een dierenpaspoort?
  • Wat is het doel van de schrijver?
  • Wat valt je op aan de vormgeving?
Verwerkingsopdracht

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer is je dierenpaspoort goed gelukt?
We kunnen dus het volgende concluderen...
Verwerkingsopdracht - succescriteria

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ga aan de slag met jouw dierenpaspoort. De punten in de checklist kunnen je hierbij helpen.
Schrijven maar!
timer
20:00

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leg alle opdrachten op één grote stapel. Loop één voor één naar voren en trek met je ogen dicht een tekst uit de stapel. Gebruik de checklist om feedback te geven op die tekst. Klaar? Verwerk de feedback op je eigen stuk!
feedback en verbeteren

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Presenteren
Kunnen jullie de gekozen dieren in de goede kolom van het schema zetten?

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dit weet ik nu ... & dit kan ik nu ...
Wereldoriëntatie

  • Ik weet hoe verschillende dieren zich aanpassen aan de winter.
Woordenschat

  • Ik weet wat de belangrijkste woorden uit deze tekst betekenen.
Taal

  • Ik kan aan de hand van een dierenpaspoort laten zien hoe mijn gekozen dier de winter doorkomt.

Slide 32 - Diapositive

Terugkoppeling lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen. Hebben zij de lesdoelen behaald?
Vragenmuur & weetmuur
  • Op welke vragen hebben jullie deze les antwoord gekregen? Plak ze op de weetmuur.
  • Welke vragen zijn nog onbeantwoord? 
  • Hoe kun je ervoor zorgen dat je toch achter het antwoord op deze vragen komt?

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

              Tot de volgende keer!

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions