A6sp3 - P3 - les 6 - GSE (02-03-2021)

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Examentraining 

Spreek- en gespreksvaardigheid

Kijk- en luistervaardigheid

Objetivos / Metas (= doelen)

Kijk- en Luistervaardigheid: Je bereidt je voor op het schoolexamen Spaans luistervaardigheid (einde periode 2), ERK-niveau B2. 

Spreek- en gespreksvaardigheid: Je verbetert je spreek- en gespreksvaardigheid tot ERK-niveau B1/B1+.

Leesvaardigheid: Je verbetert je lees- en toetsvaardigheid met het oog op het CSE, ERK-niveau B2.

Grammatica/Vocabulaire: Je verbetert je kennis van werkwoorden (herkenning en toepassing), voor- en achtervoegsels, examenvocabulaire, zodanig dat het bijdraagt aan je tekstbegrip en aan je mondelinge vaardigheden. 

Programa

1. OBJETIVOS / INFO
2. HABLAR: foto + H9 D, oef 23 (p.62) - 15m
3. ESCUCHAR: Luisterd. tarea 4 (Tokyo) - 15m
4. LECTURA: CSE 2018-2, tekst 1-3
5. No olvidar: comprobar tus deberes
6. VER el examen de la semana de exámenes
7. REFLEXIÓN + DEBERES

Werkdocumenten: houd je werk goed bij!

Reglas para clases en línea

1. zie schoolregels
2. pas inloggen wanneer docent aanwezig is
3. microfoon uit en camera aan, tenzij docent anders aangeeft
4. chatfunctie en social media gebruiken we niet, tenzij docent anders aangeeft
5. geen mobieltjes, tenzij docent anders aangeeft
6. heb je een vraag? hand opsteken (icoontje onderin scherm)

Practicar: describir una foto (5m) 

1. ¿Qué ves? (descripción)

                        Qué, dónde, con quién, cuándo, ...

2. ¿Qué te parece? (tu opinión) 

Tu opinión:

Uitdrukkingen: Me parece (que), Pienso que, Creo que, Es una pena que, En mi opinión...

Bijwoorden: Lamentablemente, Afortunadamente, Desafortunadamente...

Uitroepen: ¡Qué emoción!, ¡Qué raro (=vreemd)!, ¡Qué guapo/a!, ¡Es un horror!

Bijvoeglijke naamwoorden: fenomenal, genial, estúpido/a, guay, chulo/a, fantástico/a...

Gebruik ook Hoofdstuk 9, Lenguateca A en C (p.46 + 58)

HABLAR, Paso adelante Cap.9 - 15m

Los deberes de Cap. 9 fueron: ej. 18, 19, 22

             -> Usa los conectores y el futuro/condicional en tu examen oral.

HACER: 

• ej. 23, p.66-67, este ejercicio es una preparación para tu examen oral

N.a.v. oefening 23a

Ga naar het antwoordblad en vergelijk je eigen tekst van oefening 23a met het voorbeeld.

Benoem de verschillen qua ...

• structuur (inleiding, beschrijvingen, meningen, slot)
• het gebruik van signaalwoorden
• het gebruik van verschillende werkwoordstijden
• de woordenschat (variatie in woordkeus)
• grammatica, bijv concordantie (mnl / vrl / enkelvoud / meervoud)

Welke tips haal je hieruit voor je eigen mondeling?

ESCUCHAR, luisterdossier tarea 4 (15m)

You Tube “Tokyo Designer Week”

1. Hoeveel landen presenteren zich op de Tokyo’s Designers Week?
2. Hoeveel Spaanse deelnemers zijn er?
3. Met welk thema zullen de Spanjaarden aanwezig zijn?
4. Waarom is het moeilijk om in de Japanse handel door te dringen?
5. Wat moet je doen om deel te kunnen nemen aan de Japanse commerciële wereld?

el trato =

hombre de negocios, mujer de negocios = 

el proveedor = 

hay que = 

conocer = 

es fundamental = 

ESCUCHAR, luisterdossier tarea 4 (15m)

el trato = de omgangsvormen

hombre de negocios, mujer de negocios = zakenman, zakenvrouw

el proveedor = de leverancier

hay que = men moet

conocer = kennen, leren kennen

es fundamental = is heel belangrijk

LECTURA

LECTURA: 

• examen 2018-2, textos 1-3 (maken op classroom)

       

No olvidar: Comprobar tus deberes

Estudiar:  Lenguateca D (p.62) Nederlands-Spaans + Oefenen examenvocab op quizlet. 

 

Hacer: 

• afmaken reflectie leesexamen 2019-2 + inleveren classroom
• afmaken reflectie op H8 oef 1-9 en inleveren op classroom bij luisterdossier + maken H8 oef 10 (= luisterfragment 10)
• afmaken H9 oef 18, 19, 22 (p.62 en verder)
• werk aan luisterdossier tarea 3 + 6b

Luisterdossier inleveren 10 maart

-> Oefeningen Paso adelante zelf nakijken met antwoordblad, evenals prefijos/sufijos

Inzage leestoets

Bij Tekst 7, gatentekst

• oler = ruiken (huele = hij ruikt, olió = hij rook)
• oír = horen (oyó = hij hoorde)
• la cola = de staart / de rij
• hace/hacía muy poco = het is/was heel kort geleden
• las sobras = de restjes

vocab:

• Tekst 5: raro = vreemd, el mundo cultural = de cultuurwereld, de culturele elite
• Tekst 9: engañoso = misleidend; aumento = toename

Apunta 2 cosas
que has aprendido

¿Estás contento/a con lo que has aprendido?

😒🙁😐🙂😃

Deberes para la próxima clase

Estudiar: 

• oefenen met examenvocab
• herhalen H9, lenguateca A, C, D (p.62)
• Lenguateca uit libro de referencia ‘Hablar’ p.51 en verder, om te gebruiken in je mondeling

Hacer: 

• afmaken luisterdossier tarea 4
• afmaken spreekvaardigheid H9 D, oef 23 (p.66 en verder)
• afmaken CSE 2018-2 tekst 1-3