Herhaling h3 + h10

BEDRIJFSECONOMIE
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

BEDRIJFSECONOMIE

Slide 1 - Diapositive

Programma
1. Opstarten/voorbereiding toets

2. Herhalen H3  en H10 (+ quizvragen)

3. Zelf aan het werk

Slide 2 - Diapositive

PO
Deadline inleveren enquête = 17 maart

Nog vragen over de enquete?

Deadline verslag is 6 April

Deadline presentatie voor jury was 7 april maar deze deadline wordt naar achteren verplaatst

Slide 3 - Diapositive

Toets
Toets gaat over H3, H5, H10, H12, H13 (dus niet h16!)

Deze week = lesstof herhalen

Vandaag dus bezig met H3, H5 en H10

Slide 4 - Diapositive

Toets voorbereiding
Toets gaat over H3, H5, H10, H12, H13 (dus niet h16!)

Samenvatting maken, er staat ook op de website van de uitgever samenvattingen van hoofdstukken

Opgaven nakijken en opnieuw maken

Zelftoetsen in opgavenboek maken

Slide 5 - Diapositive

Toets voorbereiding
Toets gaat over H3, H5, H10, H12, H13 (dus niet h16!)

H3 = balans en resultatenrekening kunnen opstellen = oefenen met opgaven uit opgavenboek 
H 5 = combinatie theorie/rekenen --> kunnen rekenen met uitrekenen kosten verzekering. Voor de rest leerwerk
H 10 = kunnen rekenen met schenken en erven. Voor de rest ook leerwerk over verschillende soorten schenkingen en erfenissen
H12 = rechtsvormen allemaal kennen (belangrijkste kenmerken). Winstverdeling bij vof kunnen uitrekenen
H13 = theorie kennen over maatschappelijke behoeften v organisaties, MVO, accountant

Slide 6 - Diapositive

Herhaling H3
H3 gaat over de balans en resultatenrekening

Deze moet je kunnen opstellen op basis van financiële gebeurtenissen

Slide 7 - Diapositive

Een balans is
A
Overzicht bezittingen en vermogen
B
Eigen vermogen
C
overzicht kosten en opbrengsten
D
overzicht over een periode

Slide 8 - Quiz

wat staat aan de debetzijde van de balans
A
schulden
B
eigen vermogen
C
bezittingen
D
beide

Slide 9 - Quiz

het eigen vermogen op de balans veranderd bij
A
Kosten
B
opbrengsten
C
betalingen
D
geen van alle

Slide 10 - Quiz