Herfstquiz

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Herfstquiz

Op welke dag valt Halloween?

1. 28 oktober
2. 29 oktober
3. 30 oktober
4. 31 oktober

Wanneer werd de naam Halloween voor het eerst gebruikt?

1. In de 16e eeuw in Amerika
2. In de 16e eeuw in Ierland
3. In de 16e eeuw in Schotland
4. In de 16e eeuw in Wales

Als het in Nederland herfst is, dan is het in Chili ... ?

1. Zomer
2. Winter
3. Herfst
4. Lente

Hoe heet deze herfstvrucht?

1. Dennenappel
2. Kastanje
3. Beukennoot
4. Eikel

Wat zijn voornamelijk de herfstkleuren?

1. rood, groen, oranje
2. rood, geel, bruin
3. geel, oranje, rood
4. bruin, paars, rood

Met de wintertijd:

1. wordt de klok een uur achteruit gezet
2. wordt de klok een uur vooruit gezet
3. verandert de tijd niet
4. wordt de klok gereset

Welk feest wordt er jaarlijks in Amerika en Canada op de 4e donderdag in november gevierd?

1. Halloween
2. Thanksgiving
3. Independence Day
4. Presidents Day

Wat wordt er oorspronkelijk met Thanksgiving gevierd?

1. De oogst
2. Dat God met de mens is
3. Dat de kalkoen lekker is
4. De dankbaarheid voor elkaar

Wat betekent dit Oekraïnse woord in het Nederlands: гарбуз

1. Pompoen
2. Herfst
3. Boswandeling
4. Paddenstoel

Wat is een synoniem voor het woord 'kalebas'?

1. Seizoen
2. Pompoen
3. Holle boom
4. Bladeren

Hoe noem je de afbeelding die je op de vorige slide zag?