H3 1.2 Stoffen - mengsels (les 3)

1.2 Stoffen
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

1.2 Stoffen

Slide 1 - Diapositive

Deze les

  • Uitleg zuivere stoffen en mengsels
  • Lezen tabel
  • Maken 14

  • Zelfstandig de volgende vragen maken 
  • Lesafsluiting

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
  • Je leert het verschil tussen stofeigenschappen en materiaaleigenschappen;
  • Je leert wat wordt bedoeld met een zuivere stof en een mengsel;
  • Je leert dat mengsels heterogeen en homogeen kunnen zijn;
  • Je leert 8 verschillende typen mengsels kennen.

Slide 3 - Diapositive

Zuivere stoffen en mengsels
  • Een zuivere stof is één soort stof met één soort moleculen, bijvoorbeeld kristalsuiker of aluminium.
  • Een mengsel is een combinatie van stoffen, met meerdere soorten moleculen.

  • De meeste stoffen die wij gebruiken zijn mengsels.

Slide 4 - Diapositive

Melk is een ...
A
Zuivere stof
B
Mengsel

Slide 5 - Quiz

Kraanwater is een ...
A
Zuivere stof
B
Mengsel

Slide 6 - Quiz

Koper is een ...
A
Zuivere stof
B
Mengsel

Slide 7 - Quiz

Brons is een ...
A
Zuivere stof
B
Mengsel

Slide 8 - Quiz

Homogeen en heterogeen
  • In een homogeen mengsel zitten stoffen in dezelfde fase (vast, vloeibaar, gas) en kun je de verschillende deeltjes niet zien (ook niet met microscoop)

  • In een heterogeen mengsel zijn de verschillende stoffen wel zichtbaar. Vaak zitten de stoffen in verschillende fasen.

    Slide 9 - Diapositive

    Filmpje mengsels
    In het filmpje worden 5 mengsels genoemd met voorbeelden. Schrijf dit op.

    Slide 10 - Diapositive

    Slide 11 - Vidéo

    5 mengsels uit het filmpje

    Slide 12 - Carte mentale

    Homogene mengsels
    Homogeen: geen verschillende stoffen zichtbaar

    • Oplossing (suiker in water)                  (helder)
    • Legering (brons)                                       (een kleur)
    • Gasmengsel (lucht)                                 (helder)

    Slide 13 - Diapositive

    Heterogene mengsels
    • Suspensie (chocolademelk), vaste stof in vloeistof
    • Emulsie (melk), twee vloeistoffen die niet mengen
    • Rook, vaste stof (roet) in gas (lucht) 
    • Nevel (mist), vloeistof in gas
    • Schuim (bier, schuimrubber), gas in vloeistof of vaste stof

    Slide 14 - Diapositive

    Deze les

    • Uitleg zuivere stoffen en mengsels

    • Maken 14 mbv tabel

    • Zelfstandig de volgende vragen maken 
    • Lesafsluiting

    Slide 15 - Diapositive

    De volgende vragen maak je zelfstandig

    Slide 16 - Diapositive

    Zuivere stof
    Mengsel
    Kraanwater
    Wijn
    Suiker
    Zuurstof

    Slide 17 - Question de remorquage

    Als een vaste stof oplost in een vloeistof, heet dit een

    Slide 18 - Question ouverte

    Als een onoplosbaar gas in fijne belletjes in een vloeistof is verdeeld, noemen we dit mengsel een

    Slide 19 - Question ouverte

    Als een onoplosbare vloeistof heel fijn verdeeld is in een andere vloeistof, noemen we dit mengsel een

    Slide 20 - Question ouverte

    Als een onoplosbare vaste stof in fijne korreltjes verdeeld is in een vloeistof noemen we dit mengsel een

    Slide 21 - Question ouverte

    Een mengsel van kleine vaste en vloeibare deeltjes in een gas noemen we een

    Slide 22 - Question ouverte

    Suspensie
    Emulsie
    Rook
    Vloeistof
    Vloeistof
    Vloeistof
    Vaste stof
    Vaste stof
    Gas

    Slide 23 - Question de remorquage

    Haarlak is een ...
    A
    Suspensie
    B
    Emulsie
    C
    Nevel
    D
    Gasmengsel

    Slide 24 - Quiz

    Slootwater is een ...
    A
    Suspensie
    B
    Emulsie
    C
    Oplossing
    D
    Schuim

    Slide 25 - Quiz

    Mayonaise is een ...
    A
    Suspensie
    B
    Emulsie
    C
    Legering
    D
    Schuim

    Slide 26 - Quiz

    Zeewater is een ...
    A
    Suspensie
    B
    Emulsie
    C
    Oplossing
    D
    Legering

    Slide 27 - Quiz