vervolg herhaling hoofdstuk 5

Vervolg herhaling hoofdstuk 5
groep B: dinsdag toets
groep A: donderdag toets
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Vervolg herhaling hoofdstuk 5
groep B: dinsdag toets
groep A: donderdag toets

Slide 1 - Diapositive

waar let je op bij het kritisch lezen?

Slide 2 - Carte mentale

Wat is kritisch lezen?
A
Bij kritisch lezen geef je kritiek op de tekst.
B
Bij kritisch lezen, lees je alleen de bron.
C
Bij kritisch lezen wil je de hele tekst begrijpen.
D
Bij kritisch lezen bekijk je of de tekst betrouwbaar is.

Slide 3 - Quiz

satelliet
lanceren
streven naar
afschieten
hemellichaam
proberen

Slide 4 - Question de remorquage

talloze
uiteraard
beroeps-
professioneel
veel
natuurlijk

Slide 5 - Question de remorquage

grammatica

Slide 6 - Diapositive

Als er geen lijdend voorwerp in de zin staat, heeft de zin ook geen meewerkend voorwerp.
A
onjuist
B
juist

Slide 7 - Quiz

Wat is het ow in de volgende zin:
In Ouwehands Dierenpark ging mijn oom altijd eerst kijken bij de panda's.

Slide 8 - Question ouverte

Wat is het lv in de volgende zin:
Onder de douche wil hij zijn mobiel liever niet uitzetten.

Slide 9 - Question ouverte

Wat is het mv in de volgende zin:
Wie heb je het boek Nederlands gegeven?

Slide 10 - Question ouverte

Met o.a. welke vragen kun je een bijwoordelijke bepaling in een zin vinden?
A
wie, hoe
B
wie, wanneer
C
wat, wanneer
D
hoe, wanneer

Slide 11 - Quiz

Wat is de bijwoordelijke bepaling:
Ik heb vorig schooljaar een onvoldoende gehaald op wiskunde.
A
vorig schooljaar
B
een onvoldoende
C
op wiskunde
D
A en B zijn allebei goed

Slide 12 - Quiz

Wat is de bijwoordelijke bepaling:
In 2024 hoop ik mijn diploma behaald te hebben.
A
In 2024
B
mijn diploma
C
behaald te hebben
D
A en B zijn allebei goed

Slide 13 - Quiz

trappen van vergelijking
stellende trap = lief
vergrotende trap = liever
overtreffende trap = liefst

Slide 14 - Diapositive

wat is de vergrotende trap van:
fantastisch

Slide 15 - Question ouverte

wat is de overtreffende trap van:
praktisch

Slide 16 - Question ouverte

wat is de vergrotende trap van:
boos

Slide 17 - Question ouverte

wat is de overtreffende trap van:
boos

Slide 18 - Question ouverte

Het gebruik van ALS en DAN
STELLENDE TRAP --> GEBRUIK ALS (IK BEN EVEN OUD ALS JIJ)
VERGROTENDE TRAP --> GEBRUIK DAN (IK BEN OUDER DAN JIJ)

Slide 19 - Diapositive

Jouw zus is veel aardiger [...]
A
als jij
B
als jou
C
dan jij
D
als jij

Slide 20 - Quiz

Die man is net zo rijk [..]
A
als hij
B
als hem
C
dan hij
D
dan hem

Slide 21 - Quiz

Jason is 10 centimeter langer [...]
A
als ik
B
als mij
C
dan ik
D
dan mij

Slide 22 - Quiz

Wij houden van precies dezelfde muziek [...]
A
als hun
B
als zij
C
dan hun
D
dan zij

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Vidéo

verkleinwoorden
een verkleinwoord maak je door -je achter het woord te plakken (prullenbak - prullenbakje)

Slide 25 - Diapositive

soms moet je ook iets veranderen
stoel - stoeltje
boom - boompje
ketting - kettinkje
auto - autootje
café - cafeetje

Slide 26 - Diapositive

Noteer het verkleinwoord van het woord:
coupé

Slide 27 - Question ouverte

Noteer het verkleinwoord van het woord:
riem

Slide 28 - Question ouverte

Noteer het verkleinwoord van het woord:
lolly

Slide 29 - Question ouverte

Noteer het verkleinwoord van het woord:
ketting

Slide 30 - Question ouverte