Het genotype wordt met letters aangegeven.
Het fenotype beschrijven we met woorden.
Een erfelijke eigenschap kan dominant zijn of recessief.
Bijvoorbeeld: bruine ogen wordt veroorzaakt door een
dominant gen en blauwe ogen door een recessief gen.
De bruine oogkleur is dan in alle families dominant.
Genotype schrijven wij op deze manier:
Dominant gen -> Hoofdletter -> A
Recessief gen -> Kleine letter -> a
Als de letter bij een opdracht niet aangegeven wordt, dan mag jezelf een letter verzinnen. Zorg wel voor een groot verschil tussen de hoofdletter en kleine letter: C en c lijken teveel op elkaar.