Grammatica en spelling H4 - les 2 - pilot week

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Pak je leesboek!

Wat hebben we gisteren gedaan?

- Gestart met grammatica en spelling H4

- Komma's, aanhalingstekens en dubbele punt

- Zinnen verbeteren (spelling en leestekens)

Wat gaan we vandaag doen?

- Herhalen leestekens (dit was gisteren lastig)

- Zelfstandig werken aan opdracht 5 t/m 8

- Theorie voorzetsels

- Zelfstandige verwerking

Lesdoel

Aan het einde van de les weet je hoe je de komma, de aanhalingstekens en de dubbele punt kunt gebruiken in een zin.

Aan het einde van de les kun je de juiste voorzetsel kiezen en in de zin zetten.

Startopdracht

1. Vrijdagmiddag ga ik bungeejumpen zei Robin

2. Sriajna fluisterde ik ben verliefd

3. Heb jij weleens burlende herten gehoord vroeg Wim

4 Kijk uit riep Marcel bij het zebrapad

5. Eten we alweer spruitjes mopperde Shawn

6. Hoeveel doelpunten heeft Messi al gescoord dit seizoen vroeg Mischa

Theorie (1): de komma

* Staat tussen twee persoonsvormen:

* Staat tussen delen van een opsomming

* Staat na een naam of uitroep aan het begin van een zin

*Voor doordat, nadat, omdat, terwijl, want, voordat, zodat, zodra 

Theorie (2): Aanhalingstekens

Een citaat:

Als je iemands woorden letterlijk weergeeft.

Loïs antwoordde: "Ik vond die film heel erg goed!"

Dan gebruik je aanhalingstekens!

Theorie (3): Dubbele punt

* Voor een opsomming

* Voor een citaat

* Voor een uitleg

Doen!

Maken opdracht 5 t/m 8 op 

blz. 154 t/m 156

Klaar? Opdracht 9

Theorie voorzetsels

Voorzetsels = vz

Op, in, na, bij, voor, tijdens

(denk aan een kast)

Herhaling woordsoorten

lw = lidwoord (de/het/een)

zn = zelfstandig naamwoord (alles waar je de/het/een voor kunt zetten)

ww = werkwoord (iets wat je kunt doen)

bn = bijvoeglijk naamwoord (zet iets over het zn)

vr. vnw = vragend voornaamwoord (wie, wat, welke)

aanw. vnw = aanwijzend voornaamwoord (deze, die, dat)

Doen!

Maken opdracht 2 en 3 + 6 op blz.  151 en 152

Bij opdracht 6 alleen de woordsoorten die je kent!

Klaar? Nakijken!

Lesdoel

Aan het einde van de les weet je hoe je de komma, de aanhalingstekens en de dubbele punt kunt gebruiken in een zin.

Aan het einde van de les kun je de juiste voorzetsel kiezen en in de zin zetten.

Huiswerk

Dinsdag 11 februari:

Zorgen dat je alle opdrachten af hebt!

We herhalen aan het begin van de les de leerstof!!!!

GP GRAMMATICA EN SPELLING H4