Herhaling thema 8 Planten (24/25)

Thema 8 Planten
Pak je aantekening schrift + pen 
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 39 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Thema 8 Planten
Pak je aantekening schrift + pen 

Slide 1 - Diapositive

8.1 bladeren

Slide 2 - Diapositive

De bouw van bladeren
Verschillende weefsels
- Opperhuid met huidmondjes
- Weefsel met bladgroenkorrels
- Vaatbundels

Weefsel: groep cellen met dezelfde 
bouw en functie

Bladgroenkorrel vindt fotosynthese plaats

Slide 3 - Diapositive

Fotosynthese
Bladgroenkorrels --> fotosynthese

Nodig voor fotosynthese:
  1. Koolstofdioxide
  2. Water
  3. Zonlicht
Producten van fotosynthese:
  1. Glucose (suiker)
  2. Zuurstof

Slide 4 - Diapositive

vaatbundels vervoeren water met opgeloste stoffen naar de bladeren
in de bladeren vertakken de vaatbundels zich in nerven

Slide 5 - Diapositive

Stevigheid
Stevigheid plant ontstaat door de hoeveelheid water in de vacuole= het waterzakje in de plantencel.

Slide 6 - Diapositive

huidmondje gesloten
huidmondje open

Slide 7 - Diapositive

8.2 Stengels en wortels

Slide 8 - Diapositive

Functies van wortels
Wortels hebben drie functies:
• de plant stevig vastzetten in de bodem
• water en mineralen opnemen uit de bodem
• reservestoffen opslaan

Slide 9 - Diapositive

Houtvaten en bastvaten

Houtvaten vervoeren Water en Mineralen

Bastvaten vervoeren Water met opgeloste suikers (Glucose)

Slide 10 - Diapositive

Stevigheid door houtcellen en vezels
Planten krijgen stevigheid op twee manieren:
• door vocht in de vacuolen van de cellen
• door cellulose en houtstof in de celwanden van houtcellen en vezels

Vezels = bestaan uit langgerekte dode cellen met 
dikke celwanden

Slide 11 - Diapositive

Bouw van de wortel
Wortel haren nemen water/mineralen op

Via de celwanden in de wortelharen komen de stoffen in de vaten terecht richting de rest van de plant

Slide 12 - Diapositive

8.3 glucose als grondstof

Slide 13 - Diapositive

Energierijke en energiearme stoffen
• Energierijke stoffen
Worden gevormd door dieren/planten
Bijvoorbeeld: Eiwitten, Koolhydraten en vetten

• Energiearme stoffen
Komen voor in de levenloze natuur
Koolstofdioxide, mineralen, ijzer en water
Ijzer is nodig om rode bloedcellen te maken

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Assimilatie
Assimilatie: Opbouw van energierijke stoffen uit andere stoffen

Slide 16 - Diapositive

8.4 voortplanting

Slide 17 - Diapositive

Geslachtelijke/ongeslachtelijke voortplanting bij planten
Planten kunnen zich geslachtelijk en ongeslachtelijk voortplanten.
Als je iets leest als:
bollen
knollen
uitloper
wortelstok   
enten
 ..... dan is het ongeslachtelijke voortplanting

Slide 18 - Diapositive

Geslachtelijke voortplanting
Als je iets leest van:
bloem
zaad
vrucht
stuifmeelkorrel/eicel 
 dan is het geslachtelijke voortplanting

Slide 19 - Diapositive

Geslachtelijke voortplanting
  • 2 ouder planten
  • Nakomelingen kunnen er anders uitzien (net zoals mensen)
  • Geslachtscellen ontstaan door meiose (deling). 

Slide 20 - Diapositive

Ongeslachtelijke voortplanting (mitose)
Deze nakomelingen zijn precies hetzelfde als de ouderplant (precies hetzelfde DNA)
Er zijn GEEN geslachtscellen voor nodig






Slide 21 - Diapositive

Bouw en functie van bloemen

Slide 22 - Diapositive

Bouw en functie van bloemen

Slide 23 - Diapositive

8.5 bestuiving, bevruchting en verspreiding

Slide 24 - Diapositive

Bestuiving

Bestuiving:


Is het overbrengen van de stuifmeel van een meeldraad op de stempel van een stamper van dezelfde bloemsoort



Er zijn 2 manieren van bestuiving:

via insecten 

via de wind

Slide 25 - Diapositive

Plant P                   Plant Q

Slide 26 - Diapositive

Insectenbloemen
Bestuiving door insecten -> insectenbloemen

Aangetrokken door:
  • Nectar
  • Grote opvallende
    kroon-bladeren

Slide 27 - Diapositive

Windbloemen
Bestuiving door wind -> windbloemen

Veel stuifmeel
Kleine onopvallende bloemen

Hoog zodat de wind het kan vangen

Slide 28 - Diapositive

Bevruchting

Na bevruchting:


Eicel --> kiem


Zaadbeginsel --> zaad


Vruchtbeginsel --> vrucht

Slide 29 - Diapositive

Verspreiding vruchten en zaden
Door de wind

Slide 30 - Diapositive

Verspreiding vruchten en zaden
Door dieren (eten of aan de vacht)

Slide 31 - Diapositive

Verspreiding door de plant zelf
Springzaadjes
De plant schiet de zaden af

Slide 32 - Diapositive

8.6 ontkieming, groei en ontwikkeling

Slide 33 - Diapositive

De bouw van een zaad
Zaadhuid: stevig bruine vlies aan de buitenkant van een boon

Slide 34 - Diapositive

Ontkieming
De boon neemt water op waardoor de zaadlobben opzwellen --> zaadhuid scheurt open --> kiemplantje

Eerst de wortel daarna de stengels en bladeren

Slide 35 - Diapositive

Groei en ontwikkeling
Het kiemplantje wordt groter en zwaarder, omdat er steeds meer cellen bij komen (mitose)
Celstrekking: groei van een plantencel, door veel water opnemen in vacuole 
Door celstrekking worden de planten langer: lentegroei, gebeurt in de worteluiteinden en in de toppen
Ontwikkeling: energie nodig die vrij komt door de verbranding

De plant veranderd

Slide 36 - Diapositive

Levenscyclus van zaadplanten
Een cyclus wordt steeds herhaald

Slide 37 - Diapositive

éénjarigen
Gaan dood na 1 jaar, produceren meteen zaden
tweejarigen
Eerste jaar ontwikkeling, tweede jaar productie van zaden

Slide 38 - Diapositive

Meerjarige of Vaste planten
Leven langer dan twee jaar en kunnen meerdere jaren zaad vormen.

Vaste planten kunnen houtachtig of kruidachtig zijn.

Slide 39 - Diapositive